Infinite Update - 10 mei 2016

• Donderdag 19 mei 2016: Netwerk Controllers VO lees meer 

• Donderdag 9 juni 2016: Netwerk Controllers PO lees meer

• Dinsdag 6 september 2016: Start leergang Controlling lees meer

• Donderdag 22 september 2016: Netwerk Controllers PO lees meer 

• Donderdag 29 september 2016: Netwerk Controllers VO lees meer 

• Donderdag 17 november 2016: Netwerk Controllers PO lees meer

Werkgeversorganisatie PO-Raad enerzijds en vakorganisaties AOb, FNV Overheid, CNV Onderwijs (onderdeel van CNV Connectief), FvOv en AVS anderzijds hebben op 27 april 2016 een onderhandelaarsakkoord voor een nieuwe cao voor het primair onderwijs afgesloten. De partijen zijn tot een akkoord gekomen, dat ‘de kwaliteit en continuïteit van het primair onderwijs zo goed mogelijk garandeert’.

Het onderhandelaarsakkoord bevat drie belangrijke onderdelen: uitvoering geven aan het Loonruimteakkoord, de Wet werk en zekerheid en het Sociaal akkoord.

De hoofdpunten van het akkoord zijn:

• met ingang van 1 juli 2016 worden de salarissen structureel met 3,8% verhoogd;
• voor de periode van 1 januari tot en met juni 2016 ontvangen werknemers een eenmalige uitkering die correspondeert met een loonsverhoging van 3,8% vanaf 1 januari 2016. Dit geldt tevens voor werknemers die in die periode uit dienst zijn getreden;
• op 1 april 2017 krijgen de werknemers een eenmalige uitkering (naar rato) van 500 euro;
• de Werkloosheidsregeling onderwijspersoneel primair onderwijs (WOPO) wordt voor het bijzonder onderwijs herzien. Voor het openbaar onderwijs wordt de regeling op punten aangepast.

Voor het bijzonder onderwijs geldt:

• elk schoolbestuur maakt vervangingsbeleid en stemt dit af met de P(G)MR;
• om vervanging van onderwijstaken mogelijk te houden, zijn er onder voorwaarden twee nieuwe contractvormen mogelijk: min/max-contracten en bindingscontracten;
• daarnaast is bepaald dat binnen een periode van 3 jaar maximaal 6 tijdelijke contracten overeengekomen kunnen worden zonder dat een vast contract ontstaat;

Openbare schoolbesturen worden niet bij cao gebonden aan de regels van de Wwz. Voor hen geldt het ambtenarenrecht. Wel kunnen ze gedurende de looptijd van de cao eenmalig kiezen voor een vervangingsbeleid zoals gaat gelden voor het bijzonder onderwijs.
Akkoordpartijen raadplegen tot en met 29 mei hun achterbannen.

lees meer

Rond de jaarwisseling is in een Kamerbrief gecommuniceerd over het voorgestelde nieuwe bekostigingsmodel voor het voortgezet onderwijs. Dit model is een uitwerking van een afspraak hierover uit het sectorakkoord vo en sluit aan bij de uitgangspunten die de ALV van de VO-raad er voor heeft vastgesteld. In de afgelopen maanden is echter gebleken dat in de uitwerking een aantal gevolgen zichtbaar worden die vragen om een nadere doordenking. Dit inzicht heeft ertoe geleid dat het ministerie van OCW in de komende weken met een aantal daartoe uitgenodigde schoolbesturen zal stilstaan bij een tweetal specifieke problemen en mogelijke oplossingen daarvoor.

Dit betreft de gevolgen van het nieuwe bekostigingsmodel voor het techniekonderwijs en de gevolgen voor besturen uit krimpgebieden, al dan niet in combinatie met een negatieve verevening passend onderwijs. OCW zal de uitkomsten van de gesprekken meenemen in de verdere ontwikkeling van de vereenvoudigde bekostiging. De VO-raad staat nog steeds achter het voorgestelde model. Het model sluit immers aan bij de uitgangspunten die door de vereniging zijn vastgesteld. Dit neemt niet weg dat het van groot belang is om ook voor knelpunten die in de uitwerking kunnen ontstaan vooraf oplossingen te zoeken.

Het ministerie van OCW heeft besloten om de tool - waarin de herverdeeleffecten per bestuur zichtbaar zouden worden - te publiceren op het moment dat er op nog openstaande vragen antwoorden zijn gevonden en het model verder is geconcretiseerd.

lees meer

Op 6 september 2016 start een nieuwe editie van de leergang controlling in het primair onderwijs. Inschrijven is nog mogelijk. Infinite Financieel organiseert deze 5-daagse leergang in samenwerking met de VU Amsterdam (Zijlstra Center). In de ochtend presenteren hoogleraren de nieuwste inzichten op het gebied van de controlling. ’s Middags wordt de link naar de praktische onderwijspraktijk gelegd.
Lees meer

Op donderdag 19 mei komt ons netwerk controllers vo weer bijeen met een presentatie met als titel "Sneller, beter en begrijpelijker rapporteren, het kan" en een presentatie over veranderingen in de accountantscontrole en ervaringen van accountant en controllers bij de controle 2015.

Het netwerk van po controllers komt weer samen op donderdag 9 juni 2016. Eén van de onderwerpen is: de financiële consequenties van de nieuwe CAO PO.
Voor informatie en aanmelden kunt u terecht op onze website.

lees meer

De Tweede Kamer erkent breed dat de regels voor renovatie een probleem vormen. Dat bleek tijdens een debat van de Kamer met staatssecretaris Dekker over onderwijshuisvesting. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor nieuwbouw, de scholen voor het onderhoud. Renovatie is niet wettelijk geregeld.

De staatssecretaris erkent het probleem en wil het regelen. Wel ontstaan dan nieuwe grenzen, tussen groot onderhoud en renovatie, en tussen renovatie en nieuwbouw. Dat kan tot discussies leiden wat het een is en wat het ander. Het is belangrijk dat gemeenten en scholen het op lokaal niveau daarover eens zijn. De staatssecretaris ziet graag een voorstel van VNG en PO-Raad/VO-raad gezamenlijk over hoe renovatie geregeld moet worden. Als partijen er niet uitkomen, dan komt Dekker zelf met een voorstel.

De Tweede Kamer stemde 26 april 2016 voor een motie die de regering vraagt te onderzoeken hoe in wet- en regelgeving kan worden opgenomen dat gemeenten gehouden zijn een expliciet besluit te nemen over nieuwbouw, renovatie of vervanging van schoolgebouwen ouder dan 40 jaar, tenzij daar in het integraal huisvestingsplan andere afspraken over zijn gemaakt.

Lees het bericht van de PO-Raad over dit onderwerp

Lees het bericht van de VO-raad over dit onderwerp

Jaarlijks presenteert de Inspectie van het Onderwijs haar verslag van de Staat van het Onderwijs. Het verslag is bedoeld voor de politiek, het onderwijsveld en de samenleving. De inspectie beschrijft in de Staat van het Onderwijs wat er goed gaat in het onderwijs en waar het onderwijs verder verbeterd kan worden.
Rode draad in het verslag 2014-2015 is dat het Nederlandse onderwijs gevarieerd en van een hoog niveau is, maar dat niet alle leerlingen en studenten de kans krijgen het onderwijs te volgen dat past bij hun niveau. Er waren altijd al verschillen in kansen, maar de verschillen worden de laatste jaren groter.

Specifieke paragrafen worden gewijd aan de bedrijfsvoering van de schoolbesturen.
Sinds 2012 is het aantal besturen in het primair onderwijs dat onder aangepast financieel toezicht staat gestegen van 8 naar 31 in 2015. Een van de oorzaken voor die stijging is dat het continuïteitstoezicht in 2013 werd geïntensiveerd. Daardoor zijn veel besturen grondig geanalyseerd, waardoor meer financiële problemen aan de oppervlakte kwamen. Tot vorig jaar steeg het aantal besturen in het voortgezet onderwijs onder aangepast financieel toezicht. Het afgelopen jaar nam het aantal met één af naar twaalf besturen. In 2012 stonden nog zeven besturen onder aangepast financieel toezicht. Hierbij moet wel worden bedacht dat het verscherpte toezicht pas in 2011 is ingesteld. Met de start van het programma Intensivering Continuïteitstoezicht Funderend Onderwijs zijn (nog) meer risicobesturen gedetecteerd.

Sinds 2012 sluiten besturen in het primair onderwijs het verslagjaar positief af. Het positieve resultaat van 2013 werd in gunstige zin vertekend door de toekenning van de middelen in het kader van het Nationaal Onderwijsakkoord en het Herfstakkoord. In 2014 realiseerden de onderwijsbesturen samen bijna 50 miljoen euro meer aan lasten dan aan baten. Met een rentabiliteit van -0,6 procent is daarmee de stijgende tendens verbroken. In het po is sprake van een stabiele solvabiliteit.
Het voortgezet onderwijs teerde enkele jaren in op het eigen vermogen. In 2012 is dit gekeerd. In 2013 is de financiële positie van de instellingen verder behoorlijk verbeterd, dit beeld wordt wel vertekend door de aanvullende bekostiging die op grond van het Nationaal Onderwijsakkoord en het Herfstakkoord eind 2013 is toegewezen. Het gaat hier om een totaalbedrag van 273 miljoen euro. Als we die middelen buiten beschouwing laten, is de situatie min of meer gestabiliseerd. In 2014 hielden de besturen de totale baten en lasten nagenoeg met elkaar in evenwicht. De aanvullende bekostiging in 2013 heeft in 2014 niet geleid tot hogere (niet gedekte) lasten. Mogelijk komt dit doordat voor slechts een beperkt deel van de aanvullende bekostiging een bestedingsverplichting gold, namelijk op het gebied van jonge leraren. Daarnaast gaven veel besturen er de voorkeur aan om de ontvangen middelen ‘in kas te houden’ en daarmee de vermogenspositie te versterken. In het vo is sprake van een gezonde financiële positie.

In het primair onderwijs namen tot 2014 de totale lasten jaarlijks gemiddeld met 0,8 procent af. Deze afname was vrijwel volledig toe te schrijven aan het dalend aantal leerlingen, waardoor scholen minder (vast) personeel in dienst hebben. De stijging van de totale lasten in 2014 ten opzichte van 2013 met 1 procent komt bijna geheel voor rekening van de toegenomen personeelslasten. Deze stijging hangt onder andere samen met de regeling om jonge leerkrachten in dienst te nemen en te behouden, de invoering van de functiemix, vergroting van het flexibele deel van de personeelsformatie en de uitvoering van de cao.

In het  voortgezet onderwijs zijn de rijksbijdragen als gedeelte van de totale baten zijn door de jaren heen (ongeveer) op hetzelfde niveau gebleven. Anders is het voor de personeelslasten: dat aandeel daalde licht tot en met 2013. Dat komt echter doordat de totale baten sterker toenamen dan de personeelslasten. In 2014 is het aandeel weer toegenomen als gevolg van een daling van de totale baten en een stijging van de personeelslasten. De absolute stijging van de personeelslasten in de laatste jaren houdt onder meer verband met de regeling om jonge leraren in dienst te nemen en te behouden, de toename van het aantal leerlingen (meer personeel in dienst), de invoering van de functiemix, extra investeringen in personeel met het oog op kwaliteitsverhoging en de uitvoering van de cao.

Lees de Staat van het onderwijs

Bij ABP kan een werknemer vanaf zijn 60ste levensjaar met pensioen. Wil een werknemer tussen de 60-jarige leeftijd en vijf jaar vóór de AOW-leeftijd met pensioen gaan, dan gelden er vanaf 1 juli 2016 nieuwe fiscale regels.

De nieuwe regels van de Belastingdienst gelden voor iedereen die eerder dan vijf jaar voor de AOW-leeftijd gedeeltelijk of geheel met pensioen gaat. Vanaf 1 juli 2016 moet een werknemer voor dat deel dat hij pensioen aanvraagt, minimaal een gelijk deel aan brutoloon inleveren.

Als een werknemer pensioen aanvraagt, ontvangt hij vanaf 1 juli 2016 een zogenoemde intentieverklaring. Daarin geeft hij aan dat hij voor het deel waarvoor hij pensioen aanvraagt, minimaal een gelijk deel van zijn brutoloon inlevert én dat hij niet van plan is om die uren in de toekomst weer te gaan werken. Deze intentieverklaring is opgenomen in het aanvraagformulier.

lees meer

Staatssecretaris Dekker heeft laten weten dat hij het geld voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (goab) in 2017 nogmaals wil verdelen op basis van de schoolgewichten in 2009. Na overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft hij afgezien van zijn plan om de verdeling van de goab-middelen te baseren op de schoolgewichten in 2013. In 2017 wordt een korting van€ 10 miljoen toegepast, in verband met de daling van het totaal aantal leerlingen en een stijging van het opleidingsniveau van de ouders. In samenwerking met het CBS werkt het ministerie aan een nieuwe bekostigingssystematiek die vanaf 2018 in werking moet treden.

Lees de brief over de verdeling van de gelden in 2017

Lees ons eerdere bericht over de herziening van de bekostiging van de gewichtengelden en de gelden voor gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

De Raad van State uitte forse kritiek op het wetsvoorstel Lerarenregister. Het lerarenregister werkt als volgt: iedere bevoegde leraar in functie moet zich registeren. Vervolgens moet hij elke vier jaar aantonen dat hij zijn bekwaamheid heeft onderhouden om zijn lesbevoegdheid te behouden. Tegelijkertijd regelt het wetsvoorstel het recht op professionele ontwikkeling van de leraar.

Het register kán een bijdrage leveren aan verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, stelt de afdeling advisering van de Raad van State, maar wel onder bepaalde voorwaarden. En die voorwaarden, daar schort het aan. Door de Raad genoemde voorwaarden zijn:

• Pak het lerarentekort aan
• Stel beperkingen aan het gebruik van onbevoegde leraren
• Stem aanbod en kwaliteit van de lerarenopleidingen beter af op de bijscholingsvraag van scholen
• De beroepsgroep moet tot ontwikkeling komen
• Stel voldoende tijd en middelen ter beschikking

Invoering per 2017 noemt de Raad “prematuur” en de sancties die staan op het niet-registreren “onwerkbaar en vaak ook onevenredig”. Het kabinet stelt volledige invoering van het register nu uit tot 2026, met invoering wordt een aanvang gemaakt in het schooljaar 2017-2018. Een wetsvoorstel van deze strekking is nu aan de Tweede Kamer gezonden. Doel is het register na 01-08-2026 volledig operationeel te maken, evenals de sancties bij onvoldoende bijscholing. In een routekaart worden de randvoorwaarden benoemd waaraan per fase voldaan moet worden voordat de overstap naar een volgende fase aan de orde kan zijn.

Drie fasen worden onderscheiden:

• Invoering van het register tussen 01-08-2017 en 01-08-2018 (alle leraren komen gedurende dit startjaar in het lerarenregister respectievelijk registervoorportaal te staan; leraren kunnen zichzelf registreren, hun bevoegdheid opvoeren en ook hun professionaliseringsactiviteiten bijhouden in het systeem).
• Eerste fase herregistratie tussen 01-08-2018 en 01-08-2022 (zodra de beroepsgroep de herregistratiecriteria heeft geformuleerd, waar relevant gedifferentieerd naar vakgebied en/of sector, en deze zijn vastgesteld, start voor de betreffende leraren een eerste termijn herregistratie van vier jaar. In deze fase wordt daar echter nog niet de volledige consequentie aan verbonden. Bij het niet voldoen aan de criteria wordt dat zichtbaar gemaakt in het register en kan de leraar nog steeds worden ingezet voor het geven van onderwijs. Van het zichtbaar maken gaat al wel een zekere werking uit. Tegelijkertijd maakt deze fase zowel voor leraren als voor schoolbesturen duidelijk wat ervoor nodig is om aan de eisen rond bekwaamheidsonderhoud te voldoen en kan het personeelsbeleid hierop worden ingericht.
• Tweede fase herregistratie tussen 01-08-2022 en 01-08-2026: nu start - indien dat verantwoord is op basis van de routekaart - een tweede herregistratieperiode waarin niet alleen de verplichting tot bekwaamheidsonderhoud geldt, maar ook de sanctie: aan het einde van de tweede periode valt voor leraren die onvoldoende aan bekwaamheidsonderhoud hebben gedaan, het besluit dat zij geen verantwoordelijkheid meer mogen dragen zoals omschreven in de voorgestelde wetsartikelen die het beroep van leraar betreffen, totdat zij aan de criteria voldoen. Met ingang van deze fase werkt het register kortom volledig zoals beoogd.

Lees meer

Op de website passend onderwijs staan nu de kengetallen 2015 (teldatum 1 oktober).

Uit de landelijke cijfers kunnen de volgende conclusies getrokken worden. Ten opzichte van teldatum 2014 is het aandeel sbo en so leerlingen afgenomen; de daling bij het sbo is groter dan bij het so.

In het vo is voor het eerste sprake van een afname van het aandeel vso leerlingen. Dat geldt ook voor het aandeel lwoo leerlingen.

lees meer

Er is geen Kamermeerderheid voor het afschaffen van de brede bevoegdheid voor bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Een Kamermeerderheid kwam op inhoudelijke en financiële gronden tot deze conclusie.
lees meer

Onlangs heeft de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) haar jaarverslag 2015 gepubliceerd, alsmede de verslagen van de 12 deelcommissies.

In deze verslagen is te lezen op welke wijze de LKC haar werkzaamheden verricht en tot welke resultaten dat in 2015 heeft geleid. Ook staat in de verslagen een overzicht van de adviezen die de LKC in tal van zaken heeft uitgebracht. Deze website bevat ook 'themadossiers' waarin de jurisprudentie van de LKC over bepaalde thema's wordt behandeld.
Eén van de leerpunten is dat de ingediende klacht vaak niet alleen meer betrekking had op het oorspronkelijke voorval, maar ook op de interne behandeling van de klacht tot dan toe.
LKC houdt geen toezicht op financiële en administratieve beleidsvoering van een school. Dat doet de Onderwijsinspectie.

Download het jaarverslag

Stichting Kolom te Amsterdam is op zoek naar een controller.
Lees meer op www.stichtingkolom.nl