Titel geen tags Bij brief van 23 oktober 2013 hebben de minister en staatssecretaris van OCW vragen van de Tweede Kamer over het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) beantwoord. Uit de brief blijkt onder meer:
- Naast de € 689 miljoen uit het Regeerakkoord worden de volgende bedragen als gevolg van het NOA geïnvesteerd in het onderwijs:
- een bedrag van € 204 miljoen structureel voor de onderwijssectoren. Deze middelen worden aangewend om toch de prijsbijstelling tranche 2013 voor onderwijs en wetenschap te kunnen uitkeren, en voor de kwaliteit van het onderwijs,
- een eenmalige impuls van € 150 miljoen in 2013 waarmee instellingen in 2014 voor ongeveer 3.000 jonge leraren in po en vo werkgelegenheid kunnen behouden of creëren. Het bedrag van € 150 miljoen wordt aan de scholen toegekend via de lumpsum (zie ook volgend bericht),
- eenmalig € 34 miljoen in 2014 voor arbeidsvoorwaarden in po, vo en bve op voorwaarde dat de afspraken in het Nationaal Onderwijsakkoord voor 1 juni in de nieuwe cao’s zijn opgenomen.
Lees de kamerbrief over het Nationaal Onderwijsakkoord.
Op dezelfde datum is een brief verschenen over de effectuering van de afspraken uit het “Oktoberakkoord”. In de brief valt onder meer te lezen: “Het bedrag van € 650 miljoen incidenteel zal in begroting 2013 worden verwerkt door middel van een incidentele suppletoire begroting, die op 28 oktober 2013 bij de Tweede Kamer ingediend zal worden. Deze middelen komen in 2013 tot besteding. In dit kader is het van belang dat uiterlijk 6 november 2013 wordt gestemd over de incidentele suppletoire begroting. Dit is het laatste moment dat de Dienst Uitvoering Onderwijs de wijzigingen in de bekostiging voor 2013 kan verwerken.” Lees de kamerbrief over de onderwijsbegroting
De PO-Raad heeft de financiële gevolgen van beide akkoorden in één schema samengevat. Minister Bussemaker zei in de Tweede Kamer dat nu het onderwijs er als een van de weinige sectoren veel geld bij krijgt, er ook een zware verantwoordelijkheid op bestuurders, leraren, de minister en de Tweede Kamer rust om ervoor te zorgen dat het geld goed wordt besteed. De minister zei erop te vertrouwen dat de gelden goed terecht zullen komen. Door het afsluiten van het Nationaal Onderwijsakkoord komt er bijna 700 miljoen euro vrij om te investeren in het onderwijs. Daarnaast komt er door het Oktoberakkoord nog eens 500 miljoen euro beschikbaar voor scholen.
Naast het door de minister genoemde aandachtspunt ziet Infinite Financieel nog twee belangrijke financiële aandachtspunten in de gesloten akkoorden. In de eerste plaats is dit het punt dat schoolbesturen, met name in het VO, de komende jaren geconfronteerd zullen worden met een weliswaar positief, maar ook grillig bekostigingspatroon, waarbij ook sprake is van incidentele middelen. Zo wijzen eerste berekeningen van onze adviseurs uit dat het VO er qua personele lumpsum in 2014 ruim 5% op vooruit gaat ten opzichte van 2013, maar in 2015 geconfronteerd wordt met een daling van ruim een procent ten opzichte van 2014. Een dergelijke patroon vergt veel aandacht van de boekhouders en de controller van het schoolbestuur. In de tweede plaats is dit het punt dat er ook in 2013 nog extra middelen zullen worden uitbetaald. De kans is klein dat deze middelen nog in 2013 besteed zullen gaan worden. Hierdoor ontstaat een eenmalig positief effect op de vermogens van schoolbesturen ultimo 2013. De vermogenspositie ultimo 2013 kan daarmee een vertekend beeld geven als die als onderdeel van een trend wordt gezien. |