Infinite Update - 24 juni 2014

• Donderdag 18 september: Netwerk Controllers en Financieel directeuren PO  lees verder 

• Donderdag 2 oktober 2014: Netwerk Controllers en Financieel directeuren VO lees verder  

• Donderdag 20 november 2014: Netwerk Controllers en Financieel directeuren PO lees verder 

Bij de behandeling van het voorstel Wet werk en zekerheid in de Eerste Kamer heeft de minister van sociale zaken en werkgelegenheid toegezegd de met ingang van 1 juli aanstaande beoogde wijzigingen van het ontslagrecht, een onderdeel van het wetsvoorstel, uit te stellen. Het gaat daarbij onder meer om de aanzegtermijn, de proeftijd en het concurrentiebeding. Voor het onderwijs is van deze drie vooral de aanzegtermijn van belang. Bij contracten voor een bepaalde tijd van zes maanden of langer moet de werkgever uiterlijk een maand voor het einde van het contract schriftelijk aan de werknemer laten weten of hij het contract wel of niet verlengt. Als de werkgever dit verzuimt, betaalt hij een vergoeding ter hoogte van één maandloon.
De Wet werk en zekerheid kwam ook aan de orde in onze netwerkbijeenkomst voor controllers in mei 2014. U kunt de presentatie hier nalezen.

lees verder

De subsidieregeling Jong en Oud, opgenomen in het sectorplan primair onderwijs, is een regeling waarmee schoolbesturen met 20% loonkostensubsidie langdurig werkloze jonge leraren in dienst kunnen nemen. Schoolbesturen die meer informatie willen of subsidie willen aanvragen voor jonge leerkrachten kunnen contact opnemen met het Arbeidsmarktplatform PO.
Alle onderdelen en doelstellingen van het sectorplan primair onderwijs zijn bijeengebracht op één overzichtelijk factsheet. Hoofddoelstelling van het plan is dat 1.000 fte werkloze jongeren een dienstverband krijgen aangeboden. Lees de informatie over de subsidieregeling. 

Lees het factsheet over het complete sectorplan.

Namens de sociale partners in het voortgezet onderwijs is eind mei 2014 een tweede sectorplan ingediend bij het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid (SZW). In december 2013 dienden sociale partners al een sectorplan in, maar trokken dit later weer in. Op basis van de gesprekken en schriftelijke correspondentie met het ministerie van SZW hadden sociale partners er, door de beperking van de doelgroep en de hoge verantwoordingseisen, onvoldoende vertrouwen in dat er door de scholen gebruik gemaakt kon worden van de maatregelen uit het sectorplan. Voor de maatregelen in het tweede sectorplan zijn de verantwoordingseisen beperkt. Met de maatregelen uit dit plan, getiteld ‘Voortgezet werkvermogen’ hopen sociale partners de duurzame inzetbaarheid van onderwijspersoneel te verbeteren en de werkloosheidsinstroom te beperken.

lees meer

Eind 2015 wordt de Overstapservice Onderwijs (OSO) officieel de landelijke standaard voor de digitale uitwisseling van leerlinggegevens. Wegens het succes van OSO verdwijnt het Digitaal Overdrachts Dossier (DOD) in december 2015 van het toneel. Omdat het DOD verdwijnt, adviseren de PO-Raad en de VO-raad schoolbesturen en samenwerkingsverbanden tijdig met hun overstap naar OSO te starten. Kwalificatie en begeleiding vanuit OSO is tot 31 december 2014 kosteloos. De raden adviseren regio’s of samenwerkingsverbanden die willen overstappen, om dit zo snel mogelijk aan te geven bij de servicedesk van OSO.

lees meer

In verband met pensionering van één van de collega’s en uitbreiding van de werkzaamheden is Infinite Financieel op zoek naar nieuwe collega’s die voor onze klanten optreden als controller (interim of parttime) en adviseur bedrijfsvoering. Wij komen graag in contact met kandidaten die voldoen aan het volgende profiel:

• ervaren controller, financial of bedrijfskundige
• kennis van of ervaring met het PO, VO en/of MBO
• academische of HBO-achtergrond op het gebied van economie, bedrijfskunde of accountancy
• gemotiveerd om te werken voor bestuur en management in onderwijsorganisaties

Meer informatie

Leden van de Tweede Kamer stelden 98 vragen over het jaarverslag van het ministerie. Onlangs zijn ze door de minister beantwoord. Tal van aspecten van het beleid en de bekostiging van de onderwijssector passeren de revue. Wij lichten er drie voor u uit.

• Eén van de vragen (nummer 24) luidde of het voordeliger zou zijn om het onderwijsgeld voortaan direct aan de scholen uit te keren in plaats van aan de schoolbesturen. Volgens de minister lukt het op die manier niet om meer geld in de klas terecht te laten komen.‘Als de bekostiging direct aan scholen wordt uitgekeerd zal dat op zich geen besparing opleveren. Ook in dat geval zal er een administratie moeten worden bijgehouden, zullen keuzes moeten worden gemaakt en verantwoord worden en zal er dus een zekere mate van overhead nodig zijn. Als iedere school dat voor zichzelf gaat organiseren zouden de kosten wel eens hoger kunnen uitpakken en is er dus geen sprake van een opbrengst’.
• Uit het antwoord op vraag 22 blijkt dat er geen voornemens zijn het budget voor onderwijsachterstanden verder te verlagen. 
• Nummer 43 betreft de vraag of inzichtelijk gemaakt kan worden in hoeverre de begeleidingsmiddelen lwoo ertoe hebben bijgedragen dat leerlingen van het vmbo inderdaad hun vmbo-diploma behalen. ‘Leerlingen met leerwegondersteunend onderwijs hebben ten opzichte van andere vmbo-leerlingen een grotere leerachterstand. Toch doen de prestaties van lwoo-leerlingen nauwelijks onder voor de reguliere vmbo-leerlingen. De school ontvangt extra middelen voor leerlingen met een lwoo-indicatie. Hoe de middelen worden ingezet voor extra ondersteuning aan deze leerlingen is aan de school zelf. Kleinere klassen, trainingen en remedial teaching zijn voorbeelden van extra ondersteuning die scholen inzetten. Omdat de lwoo-middelen onderdeel zijn van de lumpsum, is het niet mogelijk specifieke informatie te geven over de wijze waarop de inzet van de middelen leidt tot de goede prestaties van lwoo-leerlingen.’ 

lees meer

Dinsdag 28 oktober 2014 start de tweedaagse cursus 'Sturen met geld in het primair onderwijs - Onderwijsfinanciën voor niet-financiële professionals '. Deze cursus wordt georganiseerd door Medilex onderwijs. Jan Looise, ervaren docent en adviseur bij Infinite Financieel, treedt op als cursusleider. In de cursus komt onder meer aan de orde: Hoe werkt het financieel management van schoolbesturen? Hoe worden de middelen verdeeld binnen uw organisatie en wat betekent dat voor uw financiële speelruimte? Hoe komt u aan tijdige, begrijpelijke informatie om (bij) te sturen?  Hoe plant u investeringen en wat zijn de gevolgen voor uw meerjarenbegroting? Naast de interactieve contactmomenten krijgen de cursisten opdrachten om hun financiële situatie beter te begrijpen en ontvangt men materiaal voor verdere verdieping en als naslagwerk. 
Bekijk hier het volledige programma of klik hier om u en uw collega's direct in te schrijven. 

Vooruitlopend op een debat op 30 juni over krimp hebben de PO- en VO-raad zich tot de Tweede Kamer gewend. De maatregelen die staatssecretaris Sander Dekker wil nemen om krimp aan te pakken, helpen volgens de raden onvoldoende. Men wil onder meer dat de fusietoets wordt afgeschaft. Ook moeten scholen en hun besturen makkelijker kunnen samenwerken met andere onderwijssectoren of het bedrijfsleven. In hun brief pleiten de organisaties daarnaast voor een fundamentele stelseldiscussie via een nieuw Schevenings Beraad. Op het Schevenings Beraad Bestuurlijke Vernieuwing in 1994 is de basis gelegd voor decentralisatie van het onderwijsbeleid. De raden vragen de Kamer om hun initiatief tot zo’n nieuw Beraad te steunen, omdat nieuwe bestuurlijke verhoudingen nodig zijn om goed onderwijs te kunnen blijven organiseren.
website PO-Raad
website VO-raad

Na de zomervakantie komen onze netwerken controllers PO en VO weer bijeen.
Op donderdag 18 september 2014 is de eerstvolgende bijeenkomst van het PO netwerk. Eén van de thema’s is dan de doordecentralisatie huisvesting per 1 januari 2015, in het bijzonder de financiële consequenties.
Op donderdag 2 oktober 2014 treffen de leden van het VO netwerk elkaar weer.

lees verder

De werkloosheid in het onderwijs daalt licht. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In mei is het aantal werkloosheidsuitkeringen in het onderwijs met circa 200 (1,3%) gedaald ten opzichte van april (afname van circa 14.300 naar 14.100). Vergeleken met mei 2013 ligt het aantal werkloosheidsuitkeringen nu echter 17,2 procent hoger (een stijging van circa 12.000 naar 14.100).
lees verder

Vorige week is de vijfde voortgangsrapportage passend onderwijs naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Ook heeft het ministerie van OCW samen met de onderwijsorganisaties een plan van aanpak opgesteld voor passend onderwijs na 1 augustus 2014 en is een Gateway Review uitgevoerd. De belangrijkste conclusie van deze rapportage en de Gateway Review is dat er voldoende vertrouwen is in een succesvolle start van passend onderwijs op 1 augustus.
ga naar de voortgangsrapportage

Op de website passend onderwijs staat sinds kort een nieuwe versie van de kengetallen on line. In deze nieuwe informatie is de verzachting van de negatieve verevening is verwerkt en zijn bepaalde budgetten opgehoogd. Het betreft met name de volgende wijzigingen:

• Onderscheid in personele en materiele bekostiging en schooljaar en kalenderjaar
• Vanaf 1 augustus 2015 is een extra bedrag van € 8 miljoen beschikbaar voor de samenwerkingsverbanden po en vo oplopend tot structureel € 29 miljoen per jaar vanaf 2016. Deze middelen worden aan de budgetten van de samenwerkingsverbanden toegevoegd naar rato van het aantal leerlingen, middels een ophoging van het bedrag per leerling.
• Incidenteel wordt een deel van deze € 29 miljoen ingezet voor het verder verzachten van de gevolgen van de negatieve verevening. In schooljaar 2016-2017 krijgen samenwerkingsverbanden 95% van het overgangsbudget in plaats van 90%. In schooljaar 2017-2018 krijgen ze 80% in plaats van 75%. Samenwerkingsverbanden die er door de verevening op achteruit gaan, krijgen hiermee meer tijd om zich aan de nieuwe situatie aan te passen. Het verzachten van de afbouw kost in elk van de genoemde schooljaren € 4,6 miljoen en gaat in deze jaren incidenteel af van de € 29 miljoen. Voor de samenwerkingsverbanden die er door de verevening op vooruitgaan, veranderen de percentages niet. 
• Verhoging van het budget lichte ondersteuning voor de SWV VO met € 7 door overheveling budget RVC’s.

ga naar de kengetallen

Onder de titel ‘Een betere basis voor peuters’ heeft het kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over plannen die ten doel hebben onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie (vve) meer op elkaar af te stemmen. Hierbij worden drie doelstellingen nagestreefd: de versterking van de pedagogische kwaliteit, één kwaliteitskader voor alle voorschoolse voorzieningen en één financieringsstructuur voor werkende ouders. In de brief worden onder meer het vervolgproces en het tijdpad uiteen gezet. De aanpassing van de financieringsstructuur is geen onderdeel van de brief; de vervolgstappen om te komen tot één financieringsstructuur voor werkende ouders worden bepaald nadat bestuurlijk overleg met de VNG heeft plaatsgevonden.
Een belangrijke onderlegger voor de Kamerbrief is het rapport ‘Peuterspeelzaalwerk NL: facts en figures 2014’. Dit rapport geeft inzicht in de omvang van het gebruik van peuterspeelzaalwerk in Nederland. Het rapport voor de Tweede Kamer is geschreven in opdracht van het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid, directie kinderopvang. De omvang van het geregistreerde aanbod van peuterspeelzaalwerk in Nederland slinkt vanaf 2007 en zal ook de komende jaren verder afnemen. In 2007 werd het beschikbare aanbod aan kindplaatsen geraamd op ongeveer 235.000, in 2011 op 150.000 en is het daarna verder afgenomen tot ruim 63.000 kindplaatsen per april 2014. Hiervan werd door ongeveer 99.000 peuters gebruik gemaakt. Dat betekent dat 31% tot 36% van de peuters in Nederland de peuterspeelzaal bezoekt. De daling betekent niet dat minder peuters gebruik maken van het voorschoolse aanbod. Een grote groep peuters maakt gebruik van aanbod dat geregistreerd wordt als dagopvang. Daarop heeft dit rapport geen betrekking.
Het aanbod peuterspeelzaalwerk in Nederland bestaat voor iets meer dan een kwart (27%) uit ambitieniveau 1: zalen met één beroepskracht en één vrijwilliger per groep. Bijna driekwart van de peuterspeelzalen in Nederland zijn ambitieniveau 2: zalen met 2 beroepskrachten per groep.
Het onderzoek geeft ook inzicht in vormen van financiering door gemeenten, vormen van ouderbijdragen en subsidiemogelijkheden.

lees het rapport
lees de kamerbrief

Het Toetsbesluit PO is aan de Tweede Kamer voorgelegd. Dit betreft een nadere uitwerking van de Wet Eindtoetsing PO die eind 2013 door de Eerste Kamer is aangenomen. Het Toetsbesluit beoogt een zorgvuldige en betrouwbare afname te verzekeren van kwalitatief goede eindtoetsen. In het schooljaar 2014-2015 wordt een begin gemaakt met de invoering van de eindtoetsing op de basisscholen. De eerstkomende jaren wordt de eindtoets rond 20 april afgenomen en zijn de resultaten omstreeks 10 mei bekend. Het schooladvies wordt leidend bij de toelating tot het voortgezet onderwijs, het resultaat van de eindtoets dient als tweede objectieve gegeven (second opinion). Scholen kunnen, in plaats van de centrale eindtoets, kiezen voor een andere eindtoets mits deze is toegelaten door de Minister.
Op de middellange termijn wordt gestreefd naar een (digitale) adaptieve centrale eindtoets voor het primair onderwijs. Bij een adaptieve toets wordt de leerling door de toets heen geleid, waarbij de inhoud van de opgaven zich automatisch aanpast aan wat de leerling al dan niet beheerst.

lees de aanbiedingsbrief bij het ontwerp toetsbesluit