Infinite Update - 3 november 2015

• Donderdag 19 november 2015: Netwerk Controllers PO Lees meer

Ons meerjarenbegrotingsmodel voor samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO versie 3.0. is
verschenen. De versie 2016 bevat aanzienlijke verbeteringen ten opzichte van de 2.4 versie, zowel in functionaliteit als gebruiksvriendelijkheid. Zo worden de kengetallen van OCW automatisch ingelezen, is er een directe relatie met de beschikkingen van DUO, is een liquiditeitsprognose toegevoegd en zijn er in de toekomst bij het verschijnen van een nieuwe versies importmogelijkheden beschikbaar. Het PO model kan besteld worden via info@infinitebv.nl. De kosten bedragen € 395, excl. BTW.
Vorige maand verscheen al het model voor de SWV VO. Dankzij een subsidie van het Steunpunt passend onderwijs van de VO-raad is het VO model gratis beschikbaar, via de website van het Steunpunt en via de website van Infinite Financieel.
Het PO model is qua werking en vormgeving identiek aan het VO model, zodat PO verbanden die overwegen het PO model aan te schaffen aan de hand van het VO model zich een goed beeld kunnen worden van de opzet en werking van het instrument. 
http://infinitebv.nl/

De PO-Raad heeft in een duidelijke infographic gevisualiseerd hoe het komt dat het primair onderwijs te maken heeft met een toenemend gat tussen de bekostiging en de werkelijke loonkosten. Een tweede infographic schetst de vicieuze cirkel met betrekking tot de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen.
Staatsecretaris Sander Dekker (Onderwijs) heeft tijdens de behandeling van de Onderwijsbegroting 2016 in de  Tweede Kamer inmiddels laten weten dat hij de inkomsten en uitgaven in het primair onderwijs nog eens onder de loep zal nemen.
Lees de informatie van de PO-Raad 
Lees de reactie van de bewindslieden

De regeling personele bekostiging primair onderwijs 2015 -2016 is voor de tweede maal gepubliceerd. Deze regeling is ook van belang voor de samenwerkingsverbanden passend onderwijs VO, omdat zij te maken hebben met het voortgezet speciaal onderwijs dat onder het primair onderwijs valt.
De regeling personele bekostiging PO heeft altijd betrekking op een schooljaar en de betreffende regeling verschijnt altijd driemaal: vóór aanvang, na aanvang en na afloop van het betreffende schooljaar. Hieruit volgt dat de verschillende jaargangen van deze regeling zich gedeeltelijk parallel aan elkaar ontwikkelen: op 27 maart 2015 is de eerste versie van de regeling 2015-2016 gepubliceerd, op 28 september de derde en laatste versie van de regeling 2014-2015 en nu dus de tweede versie van de regeling 2015-2016. In de verschillende versies worden onder meer ontwikkelingen in loon- en premiepeil verwerkt.
In paragraaf zes van de nu recent gepubliceerde regeling, de toelichting, wordt uitgelegd hoe de op 10 juli 2015 afgesloten Loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015–2016 is verwerkt. Er is, omgerekend naar het resterende deel van 2015, een extra verhoging van circa 2,9%. Ten opzichte van de vastgestelde bedragen voor het schooljaar 2014–2015 komt hiermee de aanpassing per 1 augustus 2015 voor het onderwijzend personeel op 3,677%, het onderwijsondersteunend personeel op 3,407% en de schoolleiding op 3,046%.
Ten opzichte van de actuele bedragen voor het schooljaar 2014–2015 zijn alle P&A-bedragen verhoogd met 4,575% op basis van het eerder genoemde aanpassingspercentage voor het onderwijzend personeel én het terugdraaien van de resterende korting op het P&A-budget die per 1 augustus 2013 heeft plaatsgevonden.
Lees meer

De landelijke gemiddelde personeelslast (gpl) stijgt per 1 januari 2015 met 1,44% ten opzichte van het oude bedrag. De gpl stijgt per 1 januari 2016 met 1,68% ten opzichte van het nieuwe bedrag van 1 januari 2015. De gpl voor onderwijzend personeel gaat sterker omhoog, namelijk met 1,86%. Dat komt doordat daar ook middelen in het kader van het Convenant Leerkracht worden toegevoegd. De nieuwe gpl-regeling voor 2015 en 2016 is op 28 oktober 2015 gepubliceerd.
De stijging per 1 januari 2015 bestaat uit twee elementen. In de eerste plaats is dat de kabinetsbijdrage voor 2015 die is opgebouwd uit +1,1% loonruimte, -0,56% pensioenpremieontwikkeling en -0,1% ontwikkeling overige sociale premies. Per saldo is dat +0,44%. Daarnaast is er extra loonruimte van +1,0% gerelateerd aan de Loonruimte-overeenkomst.
De stijging per 1 januari 2016 is opgebouwd uit +1,6% loonruimte in het kader van de Loonruimte-overeenkomst, +0,44% gerelateerd aan de premieontwikkeling en -0,36% vanwege de bezuiniging van het Lenteakkoord. De gpl leraren gaat zoals gezegd extra omhoog in het kader van het Convenant Leerkracht, namelijk met +0,18%.
De eerste betaling gerelateerd aan de gpl-stijging zal naar verwachting in november plaatsvinden.

Lees meer

Ons netwerk controllers primair onderwijs komt op donderdag 19 november weer bijeen. Naast vele actualiteiten worden twee thema’s uitvoerig behandeld:

• het belang van een juiste en volledige leerlingenadministratie 
• en een praktische uitwerking van eigenrisicodragerschap Vervangingsfonds. 

Het eerste thema gaat in op het belang van een juiste en volledige leerlingenadministratie, interne controles op deze processen, de rol van de controller hierin en de consequenties van eventuele fouten. DUO verleent medewerking aan dit programmaonderdeel.
Het tweede thema geeft een praktische uitwerking van het eigenrisicodragerschap. Dit is enerzijds interessant voor schoolbesturen die overwegen om per 1 januari a.s. van de (verruimde) mogelijkheden gebruik te gaan maken en anderzijds ook voor alle andere schoolbesturen die over een jaar of twee, drie te maken krijgen met de opheffing van de verplichte aansluiting bij het fonds.
Inschrijving kan via onze website.

Een deel van de Tweede Kamer zet vraagtekens bij de wijze waarop scholen worden gefinancierd. Partijen vinden dat zij niet goed kunnen controleren of scholen bepaalde gelden echt uitgeven aan zaken waar de politiek het geld voor heeft bedoeld. Voorbeelden hiervan zijn de middelen waarmee 3.000 leraren aangesteld moesten worden en middelen ter stimulering van het rekenonderwijs. De extra middelen vallen onder de lumpsum, die het schoolbestuur naar eigen inzicht mag inzetten. Onder meer de VVD wil dat het kabinet gaat kijken naar alternatieven voor deze financiering, bleek in een debat over de onderwijsbegroting. Tegelijk wil deze partij dat de scholen wel hun vrijheid behouden.
Lees enkele berichten over dit onderwerp
nu.nl

reformatorisch dagblad

Op 16 oktober organiseerden de Inspectie/Directie RSJZ en de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) een interactieve bijeenkomst over de Versterking relatie intern en extern toezicht in het onderwijs. Voor de bijeenkomst werden, naast intern toezichthouders aangesloten bij de VTOI ook onderwijsbestuurders en medewerkers van de Inspectie uitgenodigd.
45 leden van raden van toezicht en bestuurders waren aanwezig voornamelijk uit PO en VO. Het doel van de bijeenkomst was informatie en ideeën uitwisselen over:

• de uitgebreide controleverklaring,
• het verslag van de raad van toezicht in het jaarverslag,
• de versterking van de relatie intern – extern toezicht,
• goede praktijken in het intern toezicht,
• dilemma’s in de onderwijssectoren,
• het voeren van bestuursgesprekken in aanwezigheid van de intern toezichthouder.

Op de website van de VTOI is een samenvatting van de opbrengst van deze dag te lezen.

De Wet werk en zekerheid (Wwz) leidt ertoe dat de huidige manier van vervangen moet veranderen. De PO-Raad heeft, samen met haar leden, de stappen voor vervangen verder uitgewerkt in ‘Cyclus van vervangen in het primair onderwijs’.
In dit model staan de stappen die in het kader van vervangingsarbeid doorlopen moeten worden in een cirkel, buiten de cirkel staan overwegingen die hierbij een rol spelen. De cyclus sluit aan op  de eerder gepubliceerde handreiking voor vervangingsbeleid, waar Infinite Financieel aan heeft meegewerkt.
Lees meer

Het reglement Vervangingsfonds 2016 is gepubliceerd. Er zijn een aantal belangrijke veranderingen:

• Verdere verruiming eigenrisicodragerschap;
• Kiezen voor eigenrisicodragerschap voortaan per kalenderjaar;
• Invoering van normbekostiging op basis van vijf norm(prijs)klassen;
• Maximering van de vergoeding voor schorsing tot zes weken;
• Lesbevoegdheid van leraren wordt een voorwaarde voor bekostiging;
• Loslaten van de roostereis;
• Gewijzigde premiegrondslag;
• Indieningstermijn voor declaraties voortaan drie maanden;
• Wachttijden voor onderwijsondersteunend personeel.

De premie van het Vervangingsfonds - zowel vrijwillig als verplicht - wordt met ingang van 1 januari 2016 verhoogd van 6% naar 6,5%. Bovenop deze (basis)premie komt nog een BGZ-opslag van 0,18%. De totale premie komt daarmee uit op 6,68% (Eigenrisicodragers (ERD) betalen een lagere premie aan het Vervangingsfonds). Vanaf 1 januari 2016 hanteert het Vervangingsfonds een vereenvoudigde premiegrondslag. Deze grondslag verandert van loon SVW naar brutoloon + 8% vakantiegeld. Hiermee wordt de grondslag van de premieberekening verlaagd. Ondanks de gewijzigde premiegrondslag blijven schoolbesturen per saldo hetzelfde bedrag aan het Vervangingsfonds betalen.
Lees meer

Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker stuurden de Tweede Kamer onlangs een overzicht van bestaande voorzieningen en de maatregelen die zij nemen om de opvang van asielzoekers vanuit het onderwijs te faciliteren. De maatregelen liggen op het gebied van maatwerkfinanciering, doorstroom vanuit internationale schakelklassen, ondersteuningsprogramma’s, ondersteuning voor leraren NT2-onderwijs, lesmethoden NT2 en expertisebevordering als het gaat om omgaan met (oorlogs)trauma’s. Deze kunnen grotendeels worden uitgevoerd binnen de bestaande infrastructuur. Voor 2015 wordt het budgettaire effect geschat op enkele miljoenen. Dit wordt ingepast in de OCW-begroting. Gemeenten dragen hiernaast zorg voor de beschikbaarheid van leslocaties in het PO en VO voor asielzoekers en hebben de wettelijke taak om een aanbod te doen van vroeg- en voorschoolse educatie, zodat asielzoekers met een taalachterstand snel de Nederlandse taal kunnen leren.
Lees de brief van de bewindslieden

Bureau GFK heeft een flitspeiling uitgevoerd met de bedoeling een representatief beeld te krijgen van de opinie van ouders van kinderen in het primair onderwijs (groep 7 of 8) en het voortgezet onderwijs (klas 1 en 2) over de beschikbaarheid en transparantie van informatie over scholen.
Uit het onderzoek blijkt dat deze ouders het belangrijk vinden dat er objectieve, betrouwbare en onderling vergelijkbare informatie over scholen beschikbaar is via internet. De helft van de ondervraagden zoekt wel eens naar informatie over de kwaliteit van de (toekomstige) school van hun kind op internet. Deze informatie wordt voornamelijk gezocht op de website van deze (toekomstige) . Ook de website van de Onderwijsinspectie wordt vaak bezocht. Overige vergelijkingssites zijn minder bekend onder de Nederlandse ouders, zo bezocht 16% de website Scholen op de kaart en 14% de website Scholenkeuze. De website Kies je school en de website 10000 scholen worden minder vaak bezocht (7% en 2%). Wanneer ouders vergelijkingssites bezoeken, wordt de informatie die zij zoeken in veel gevallen ook gevonden. Daarnaast zijn Nederlandse ouders over het algemeen tevreden over de informatie die zij gevonden hebben op deze sites.
De staatssecretaris heeft de Kamer onlangs ook een brief gestuurd over de transparantie in het onderwijs, waarin onder meer te lezen staat dat hij van mening is dat gegevens over scholen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs beter inzichtelijk moeten worden voor ouders en leerlingen.
Lees over het onderzoek van GFK

Lees de brief van de staatssecretaris over transparantie

Het Ministerie van OCW heeft voor de leden van de Tweede Kamer de Onderwijsmonitor opgesteld. De monitor bevat een dashboard van output- en outcome-indicatoren aangevuld met een wegwijzer naar actuele beleidsinformatie over het onderwijsproces. De monitor is tot stand gekomen in overleg met wetenschappers en de Algemene Rekenkamer, en is bedoeld om volksvertegenwoordigers op hoofdlijnen te informeren over de kwaliteit en de resultaten van het onderwijsstelsel. De indicatoren signaleren risico’s en kansen in het stelsel, maar geven geen uitputtend beeld van de onderwijskwaliteit per sector. De monitor is ontworpen als een dynamische infographic, een schoolgebouw waarvan het fundament de lezer de weg wijst naar belangrijke beleids- en verantwoordingsinformatie over het onderwijsproces. Achter elk raam van het gebouw bevinden zich belangrijke kengetallen en indicatoren die op macroniveau inzicht geven in de resultaten van het onderwijs, zo geeft het Ministerie aan.

Ook voor, onder meer, controllers en onderwijsbestuurders, is de monitor een interessant document. Het biedt de mogelijkheid om vanuit een bepaalde distantie over de eigen organisatie na te denken.
Bekijk de Onderwijsmonitor

Eerder hadden de bewindslieden dit experiment al aangekondigd. Nu de Ministerraad met een voorstel op dit punt van Staatssecretaris Dekker heeft ingestemd, kan het experiment per 1 januari a.s. van start gaan en wel met scholen die twee keer het predicaat “excellent” hebben gekregen. Tot nu toe hebben zich 44 scholen aangemeld. Het experiment kan uiteindelijk uitgebreid worden, bijvoorbeeld met scholen die goed presteren. In het experiment kunnen scholen van bijna alle regels afwijken, als zij vermoeden dat een andere aanpak tot verbetering van kwaliteit en doelmatigheid van het onderwijs leidt. Wel blijft een aantal regels staan: VO-scholen moeten hun leerlingen wel een volledig diploma laten halen. Ook blijven scholen zich verantwoorden over het geld dat ze uitgeven en is voor deelname aan het experiment instemming van ouders, leraren en (in het VO)  leerlingen in de medezeggenschapsraad nodig.

Lees meer