Indien u problemen heeft met de weergave van deze mail, klik dan alstublieft hier.

Infinite Update - 6 juli 2016

U leest de laatste Infinite Update van het schooljaar 2015-2016, met onder meer nieuws over de veranderende rol van de inspectie, de impact van ‘big data’, de ontwikkeling van passend onderwijs, de Tweede Kamer verkiezingen in 2017 die hun schaduw vooruitwerpen en ander actueel nieuws.
De volgende editie verschijnt op woensdag 7 september 2016. Dient zich tussentijds actueel nieuws aan dan zullen we dit melden op onze website.
De medewerkers van Infinite Financieel wensen u een mooie zomer!


Agenda

geen tags
  • Dinsdag 6 september 2016: Start leergang controlling lees meer 

  • Donderdag 22 september 2016: Netwerk Controllers PO lees meer  

  • Donderdag 29 september 2016: Netwerk Controllers VO lees meer 

  • Donderdag 10 november 2016: Netwerk Controllers PO lees meer  



CAO’s PO en VO: teksten binnen enkele dagen beschikbaar – 1 juli 2016

CAO, PO, VO

De tekst van de nieuwe cao’s voor het primair en voortgezet onderwijs komen in de week van 4 juli beschikbaar. Dat melden de PO-Raad en de VO-raad.
lees meer (PO)
lees meer (VO)



CAO PO: onderbouwing van de dekking – 27 juni 2016

geen tags

De PO-Raad heeft informatie over de dekking  van de loonparagraaf van de CAO PO gepubliceerd.
In deze uitleg staat wanneer schoolbesturen op welke wijze er geld bij hebben gekregen als gevolg van verlaging van werkgeverslasten of kabinetsbijdrages. Er wordt ook weergegeven hoeveel dit was en in welke zin dit als dekking voor de cao geldt.
Onze conclusie op basis van deze informatie is dat het kabinet op dit moment 2,89% van haar verplichting 2016 uit het loonruimteakkoord van 2,96% al heeft verwerkt in de lumpsum. Er vindt voor 2016 dus nog slechts een beperkte verhoging van de lumpsum plaats (circa oktober 2016) in het kader van salarisstijging van 3,8% per 1 januari 2016.
lees meer



Werkgelegenheid po daalt, maar stijgt heel licht onder jonge leraren – 1 juli 2016

werkgelegenheid

De personeelsgegevens van DUO laten zien dat de totale werkgelegenheid in het primair onderwijs in 2015 met ongeveer 1.700 voltijdbanen is afgenomen ten opzichte van 2014. Deze daling wordt vooral verklaard door de dalende leerlingaantallen in het primair onderwijs. Net als het totale aantal leraren kent ook het aantal leraren jonger dan 35 jaar een absolute afname (ongeveer 500 tussen 2014 en 2015). Tegelijkertijd is het relatieve aandeel van jonge leraren ten opzichte van het totale lerarenkorps in het primair onderwijs tussen 2014 en 2015 heel licht gestegen van 31,1 tot 31,2 procent. Dit is een trendbreuk na jaren van daling van dit aandeel. 

lees meer



Werkgelegenheid vo stijgt, jonge leraren profiteren – 1 juli 2016

werkgelegenheid

Op basis van de personeelsgegevens van DUO kan geconstateerd worden dat in het voortgezet onderwijs tussen 2014 en 2015 het aantal voltijdbanen voor onderwijsgevend personeel is gegroeid met ongeveer 500 fte. Deze toename hangt samen met een lichte stijging van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs. Deze groei is vrijwel geheel ten goede gekomen van jonge leerkrachten: het aantal voltijdsbanen voor hen is namelijk met ongeveer 500 fte gestegen. Het relatieve aandeel jonge leraren nam in het voortgezet onderwijs de afgelopen jaren al licht toe. Uit de eerste cijfers uit de Loopbaanmonitor 2016 blijkt dat het aandeel pas afgestudeerde vo-leraren dat direct na afstuderen een baan vindt binnen het onderwijs is toegenomen tot 59 procent.
lees meer



Bekostigingsstatus leerling voortaan in leerlingenadministratiesysteem – 22 juni 2016

bekostigingsstatus, DUO, BRON

Met ingang van schooljaar 2016-2017 kunnen (speciale) basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs van elke leerling de bekostigingsstatus opvragen in hun leerlingenadministratiesysteem (LAS). DUO heeft afspraken gemaakt met de softwareleveranciers over de aanpassing van de softwarepakketten die voor deze wijziging nodig is. Met het nieuwe overzicht wordt duidelijk welke leerlingen voor bekostiging in aanmerking komen en op het GTB-overzicht worden meegeteld. DUO ververst de individuele bekostigingsstatussen twee keer per week. Meer informatie volgt na de zomervakantie via een e-zine en de website van DUO en via de leveranciers van de softwarepakketten.
lees meer



Voortgang passend onderwijs: doorzettingsmacht, geen verevening lwoo, pro en afname (v)so - 2 juli 2016

doorzettingsmacht, lwoo, proo

Op 29 juni is de - een week daarvoor verschenen - negende voortgangsrapportage passend onderwijs besproken in een algemeen overleg in de Tweede Kamer. Enkele in het oog lopende punten uit de Kamerbespreking en de rapportage en haar bijlagen zijn:

  • In het nieuwe schooljaar moet elk samenwerkingsverband een bepaalde vorm van doorzettingsmacht hebben. Dit betekent dat een persoon of commissie in staat moet zijn de knoop door te hakken als ouders, school en eventuele andere instanties het niet lukt passend onderwijs te realiseren voor een kind dat thuiszit. Als dit over een jaar niet in alle samenwerkingsverbanden in orde is, volgen er mogelijk wettelijke maatregelen. Dat bleek in de Tweede Kamer tijdens een algemeen overleg over passend onderwijs.
  • De ondersteuningsmiddelen voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) worden niet verevend. Reden hiervoor is dat uit onderzoek is gebleken dat de verschillen in behoeften voor ondersteuning in de vorm van lwoo en pro ongelijk zijn verdeeld over het land. Hoe de middelen wel verdeeld kunnen worden over de samenwerkingsverbanden is nu nog niet bekend. Hierover volgt overleg met scholen en samenwerkingsverbanden.
  • Het aantal leerlingen dat les krijgt op het speciaal (basis)onderwijs is het afgelopen schooljaar sneller gedaald dan in voorgaande jaren. In totaal met bijna 3600 kinderen. Ook in het voortgezet speciaal onderwijs is sprake van een daling. Het aantal leerlingen is hier voor het eerst sinds jaren omlaag gegaan. Het gaat om een afname van 1250 kinderen.
    Beide dalingen ontstaan uit een combinatie van samenwerkingsverbanden waar de deelname stijgt en samenwerkingsverbanden waar de deelname afneemt. Deze af- en toenames lopen niet parallel aan de gebieden waarin sprake is van een negatieve en van een positie verevening.
  • Er is een uitvoerig onderzoek (‘Ingeslagen paden’) gepubliceerd naar de procedures die samenwerkingsverbanden hanteren bij ondersteuningstoewijzing. Directeuren, coördinatoren en toewijzers zijn over het algemeen positief over de toewijzingsprocedures volgens passend onderwijs. Intern begeleiders (ib’ers) en zorgcoördinatoren zijn veel minder positief. De nieuwe procedures worden door directeuren, coördinatoren en toewijzers flexibeler gevonden dan vóór de invoering van passend onderwijs. Bovendien ervaren zij de procedures als minder bureaucratisch, minder ingewikkeld en minder gestuurd door een medisch model. Er is ook sprake van een positieve beoordeling als het gaat om transparantie, rechtsgelijkheid en deskundigheid. Ib’ers en zorgcoördinatoren zijn veel minder positief, zo blijkt uit het onderzoek. Zij vinden weliswaar dat er sprake is van verbetering op de aspecten bureaucratie en medicalisering, maar wat betreft transparantie, deskundigheid en voldoende middelen spreken zij van een achteruitgang.

Lees de voortgangsrapportage passen onderwijs en alle bijlagen



Samenwerkingsverband Koers VO publiceert ‘good practice transparantie en verantwoording’ – 29 juni 2016

koers vo

Het samenwerkingsverband passend onderwijs ‘Koers VO’ (Regio Rotterdam) heeft ‘Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken’ gepubliceerd. Het doel van de rapportage is om in eerste instantie binnen Koers VO en daarnaast samen met ketenpartners in gesprek te gaan over de ontwikkelingen van passend onderwijs, transparant gemaakt in cijfers over het samenwerkingsverband.
lees meer 



Nadere informatie over geactualiseerde Regeling beleggen en belenen - 5 juli 2016

regeling beleggen en belenen, belenen, beleggen, derivaten

In de vorige editie van Infinite Update informeerden wij u over geactualiseerde Regeling beleggen en belenen en Infinite adviseur Ton van Iwaarden publiceerde er een artikel over op onze website.
We hebben geconstateerd dat in de Regeling en in de toelichting twee verschillende data worden genoemd waarop het Treasurystatuut verplicht wordt, resp. 1 oktober 2016 en 1 oktober 2017. Navraag heeft geleerd dat 1 oktober 2016 de juiste datum is.
Bron: navraag door Infinite Financieel bij het Ministerie van OCW.



Schoolkostenmonitor 2015 – 2016 vo en mbo - 30 juni 2016

schoolkostenmonitor, ouderbijdrage

Voortgezet onderwijs

De kosten voor extra schoolactiviteiten kunnen deel uitmaken van de vrijwillige ouderbijdrage. Er zijn ook scholen die deze kosten apart in rekening brengen. Er is in de schoolkostenmonitor om deze reden apart gevraagd naar de kosten voor extra schoolactiviteiten, zoals binnen- en buitenlandse excursies, werkbezoeken aan bedrijven en uitwisselingen van leerlingen.

De gemiddelde bedragen voor extra schoolactiviteiten nemen toe met het onderwijsniveau: in het praktijkonderwijs zijn deze bedragen het laagst, in het vwo het hoogst. Dit is zowel volgens ouders als scholen het geval. Per onderwijsniveau liggen de bedragen van ouders en scholen dicht bij elkaar. De opgaven van ouders en scholen verschillen alleen in het vmbo significant van elkaar.

De kosten van extra schoolactiviteiten zijn in de bovenbouw hoger dan in de onderbouw. In de havo  is het gemiddelde in de onderbouw €85 en in de bovenbouw €179. Dit komt doordat in de bovenbouw vaker buitenlandse excursies plaatsvinden die duurder zijn dan de binnenlandse excursies in de onderbouw.

MBO. Introductie studentenreisproduct.

De schoolkosten voor mbo’ers van 16 en 17 jaar in het schooljaar 2015-2016 bedroegen gemiddeld €1.400 bedragen ten opzichte van gemiddeld €600 (excl. lesgeld) voor de groep van 18 jaar en ouder. Reiskosten vormen de belangrijkste verklaring voor dit verschil, want 16- en 17-jarige mbo’ers moeten die tot nu toe zelf betalen. Het kabinet heeft daarom besloten tot de introductie van een studentenreisproduct voor minderjarige mbo-ers (beroeps opleidende leerweg) per 1 januari 2017.

lees meer



Beter zicht op onbevoegde leraren – 28 juni 2016

lesbevoegdheid

Het is de ambitie van de staatssecretaris dat in 2017 elke les in het voortgezet onderwijs wordt gegeven door een bevoegde leraar. Uit nieuw, verbeterd onderzoek blijkt dat in 2014 5,6% van de lessen onbevoegd werd gegeven. In 2013 werd aangenomen dat het percentage 15,9% was. De nieuwste cijfers zijn tot stand gekomen op basis van een vernieuwde en verbeterde meetmethode. Per regio, school en vak zijn er grote verschillen. Probleemvakken zijn het AVO-vak Techniek, Informatiekunde/ICT en Wiskunde. In de regio’s Rotterdam-Rijnmond, Noordwest-Veluwe en Rivierenland wordt beduidend meer dan gemiddeld onbevoegd lesgegeven. Zuid-Limburg doet het daarentegen juist erg goed. In het vmbo worden het vaakst lessen onbevoegd gegeven (8,4%). De situatie in het havo en vwo is relatief goed met respectievelijk 3,5% en 2,6% onbevoegd gegeven lessen. Er wordt een plan van aanpak opgesteld.
lees meer
lees het plan van aanpak



Nieuwe rol inspectie: controleren en stimuleren – 20 juni 2016

onderwijsinspectie

Per 1 augustus 2017 ontstaat een helder onderscheid tussen de controlerende en stimulerende rol van de inspectie. Besturen worden het eerste aanspreekpunt voor de inspectie.
De controlerende rol en de oordelen van de inspectie hebben betrekking op de wettelijk gefundeerde deugdelijkheidseisen, om te bepalen of er sprake is van basiskwaliteit.
Jaarlijks vindt een risicoanalyse plaats op bestuurs- en schoolniveau. Hierbij kijkt de inspectie naar een breed spectrum van indicatoren van onderwijskwaliteit als onderwijsresultaten, ontwikkeling in leerlingaantallen, tevredenheid van leerlingen en ouders en financiële en personele kengetallen. Om de onderwijsresultaten goed te kunnen beoordelen en vergelijken wordt niet alleen naar de eindtoets gekeken en houdt de inspectie nadrukkelijk ook rekening met verschillen tussen scholen in de samenstelling van de schoolpopulatie, sociale en maatschappelijke competenties en vervolgsucces. Zo wordt rekening gehouden met wat scholen waar kunnen maken gezien de achtergrond van hun leerlingen. Daarnaast komt het vierjaarlijks onderzoek dat de inspectie gaat doen bij elk bestuur en de onder dat bestuur vallende scholen en opleidingen. Zowel bij de jaarlijkse risicoanalyse bij alle scholen als bij het vierjaarlijkse onderzoek geldt dat als de inspectie substantiële risico’s constateert zij nader onderzoek uitvoert. Het oordeel dat uit de controlerende rol voortvloeit kan luiden ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ of ‘zeer zwak’.
Daarnaast stimuleert de inspectie de verbetering van de onderwijskwaliteit boven de vereiste basiskwaliteit en doet zij verslag van haar bevindingen daarover. Voor een vierjaarlijks onderzoek of vierjaarlijks schoolbezoek kan het bestuur of de schoolleider de inspectie verzoeken om op basis van een eigen evaluatie te onderzoeken of een school de waardering “goed” verdient. Schoolleiders en hun teams kunnen in afstemming met hun bestuur het initiatief hiertoe nemen. Vanaf schooljaar 2018-2019 zal de inspectie aan de besturen en hun scholen in het funderend onderwijs de mogelijkheid bieden ook tussentijds een verzoek hiertoe voor te leggen. De waardering “goed” gaat er vanuit dat de school voldoet aan deugdelijkheidseisen en dat zij niet alleen hoge ambities stelt, maar er ook in slaagt deze op overtuigende wijze te realiseren. De inspectie kijkt hier met name naar de kwaliteitscultuur op school en de kwaliteit van het onderwijsproces en schoolklimaat.
In het funderend onderwijs is op basis van een juryoordeel ook het predicaat “excellent” te verdienen.
Uitspraken over de ontwikkelingsfase van de kwaliteit van een school boven de basiskwaliteit hebben niet het karakter van een “oordeel”. De uitspraken die de inspectie in het kader van haar stimulerende taak doet noemt men “bevindingen”.
De afgelopen jaren is de nieuwe werkwijze uitgeprobeerd in pilots. Hieruit blijkt dat tachtig procent van de schoolleiders, directeuren en bestuurders het vernieuwde inspectiebezoek een verbetering vindt ten opzichte van de bestaande manier van inspecteren.
lees meer
lees het bericht van de Onderwijsinspectie over de pilots



Nascholing po en vo: ambitie, motivatie en mogelijkheden onderschat - 21 juni 2016

nascholing, masteropleiding

Bestuurders, schoolleiders en leerkrachten onderschatten elkaars ambitie, motivatie en mogelijkheden als het om nascholing gaat. Er is een grotere opleidingsbereidheid bij leerkrachten dan schoolleiders en bestuurders veronderstellen. Dat blijkt uit een onderzoek van ResearchNed onder po-leerkrachten.
Bestuurders en schoolleiders in het vo zien duidelijk de meerwaarde van masteropgeleide docenten voor hun school. Dit komt naar voren in een onderzoek van Ecorys naar de aansluiting vraag-aanbod vo.
Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker boden beide onderzoeksrapporten onlangs aan de Tweede Kamer aan.

Uit het onderzoek van ResearchNed komt naar voren dat leerkrachten een positieve houding hebben ten aanzien van opleiding en nascholing. Zo geeft 60 procent van de leerkrachten aan de ambitie te hebben om één of meer opleidingen te volgen. Ze wensen meer flexibiliteit en maatwerk bij de opleidingen. Schoolleiders en bestuurders vinden het vooral wenselijk dat een herijking en herpositionering plaatsvindt van het huidige aanbod van hbo-masteropleidingen. Waar schoolleiders en bestuurders bij nascholing de nadruk leggen op verbetering van de kritische, reflectieve en onderzoekende vaardigheden bij leerkrachten, vinden leerkrachten zelf vooral de praktische toepasbaarheid van kennis van belang.

Uit het onderzoek ‘Aansluiting vraag-aanbod masteropleidingen vo’ komt naar voren dat bestuurders en schoolleiders in het vo de meerwaarde van masteropgeleide docenten voor hun school duidelijk zien. Van masteropgeleide docenten wordt bijvoorbeeld verwacht dat ze onderzoekstaken op zich kunnen nemen en dat ze betere ondersteuning kunnen geven aan leerlingen met leerproblemen. Ruim 45 procent van de vo-docenten die deelnamen aan het onderzoek heeft een master. Daarnaast is bijna 20 procent van de docenten geïnteresseerd in het behalen van een master. De interesse van schoolleiders en docenten gaat relatief vaak uit naar verdieping op het vlak van onderwijsinnovaties, het ontwerp van onderwijs en bijvoorbeeld toetsingsstrategieën. Vo-schoolbesturen moeten in dialoog treden met hogescholen en universiteiten over het gewenste aanbod van masteropleidingen. De resultaten en voortgang hiervan zijn te vinden in de voortgangsrapportage van de lerarenagenda die in november 2016 verschijnt.
lees meer



Privacy-afspraken met leveranciers en uitgevers – 14 juni 2016

privacy, uitgevers

De PO-Raad en VO-raad hebben, in de vorm van een convenant, voor scholen en hun besturen nieuwe privacy-afspraken gemaakt met leveranciers en educatieve uitgevers. Het nieuwe convenant is een uitbreiding op het eerste convenant dat een jaar geleden is gesloten. In de nieuwe versie zijn naast afspraken over leermiddelen ook afspraken opgenomen voor digitale toetsen en school- en leerlinginformatiesystemen. Bovendien is het convenant aangepast aan de nieuwe regels over het melden van datalekken.

lees meer



VO-raad geeft input aan verkiezingsprogramma’s - 30 juni 2016

verkiezingsprogramma

In maart 2017 vinden weer Tweede Kamerverkiezingen plaats. In de aanloop daarnaartoe worden de verkiezingsprogramma’s opgesteld, een belangrijke periode voor de vo-sector om invloed uit te oefenen op de politieke plannen voor de komende jaren. De VO-raad heeft aan alle partijen input meegegeven. Deze input is op hoofdlijnen gebundeld in het document ‘Inbreng VO-raad voor verkiezingsprogramma’s: blijvend investeren in kwaliteit’. De VO-raad pleit hierin voor diverse maatregelen, die nodig zijn om de kwaliteit van het voortgezet onderwijs te behouden en verder te verbeteren:

  • te investeren in maatwerk, o.a. door de invoering van het maatwerkdiploma, en het beschikbaar stellen van de benodigde middelen voor ict-voorzieningen (betaalbaar aanbod glasvezel) en de bekostiging van digitale leermiddelen;
  • meer ontwikkeltijd voor leraren te creëren en daarvoor middelen beschikbaar te stellen;
  • in te zetten op het verbeteren van de lerarenopleidingen;
  • meer waardering en erkenning te creëren voor brede vorming;
  • de fusietoets af te schaffen;
  • de mogelijkheid te creëren voor schoolbesturen - mits ze aan alle voorwaarden voldoen - om te kiezen voor doordecentralisatie huisvesting, zonder dat de gemeente hier nog een beslissende rol in speelt. Of in ieder geval als eerste stap de huisvestingsmiddelen te oormerken.

lees meer



Sociale partners pleiten voor 500 miljoen om kwaliteit primair onderwijs te garanderen – 28 juni 2016

arbeidsvoorwaarden

Ook het primair onderwijs wendde zich tot de politieke partijen. De sociale partners (PO-Raad, AOb, AVS, CNV en FvOv) schreven een gezamenlijke brief die draait om het aantrekken en behouden van de beste leerkrachten. Daar hoort een passend arbeidsvoorwaardenpakket bij. Om dit daadwerkelijk te kunnen bieden achten sociale partners een structurele extra investering van 500 miljoen euro nodig. Men constateert dat het primair onderwijs in 2020 afstevent op een tekort van meer dan 4.000 leraren. Meer loopbaanperspectief, aantrekkelijke salarissen, het oprekken van het loongebouw en passende loonontwikkeling kunnen het imago van het lerarenberoep in het po drastisch verbeteren.

Men wijst er ook op dat de kwaliteit van het primair onderwijs al jaren onder druk staat. De oorzaak hiervan is dat de kosten per leerling sneller stijgen dan de bijdrage per leerling. Het gaat om een snel oplopend verschil en dit vormt een bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs. 
Ook stelt men dat scholen teams nodig hebben met een goede mix van kennis, vaardigheden en ervaring. Daar horen ook meer hoger opgeleide leerkrachten bij, zoals leerkrachten met een academische pabo of universitaire opleiding.

Lees de gezamenlijke brief.



De betekenis van Big Data voor onderwijs en wetenschap – 28 juni 2016

"big data"

De bewindslieden van OCW presenteerden een nadere analyse van de betekenis van Big Data voor onderwijs, cultuur en wetenschap. Men heeft in dit kader vijf thema’s (randvoorwaarden) geïdentificeerd die voor OCW relevant zijn: infrastructuur op orde, voldoende deskundigheid, verbreden open access en open data, datagedreven onderwijsonderzoek en ethiek. 

Mede door de infrastructuur heeft de Nederlandse wetenschap een goede uitgangspositie om data te transporteren, analyseren en bewerken, delen en op te slaan. Het gaat hierbij om een flexibele e-infrastructuur, bestaande uit high performance computing, geavanceerde netwerken en samenwerkingsinfrastructuren. Deze geavanceerde e-Infrastructuur biedt het Nederlandse wetenschap en onderwijs de kans om baanbrekend te blijven met datagedreven onderzoek

Een tweede randvoorwaarde om de belofte van Big Data te verzilveren ligt in voldoende deskundigheid. Het toenemende belang van data stelt eisen aan professionals die hier in hun werk mee te maken krijgen. Voor een deel gaat dit om algemene digitale vaardigheden. Specifiek gaat het bij Big Data ook om de nieuwe wetenschappelijke discipline ‘data science’ en ontstaat er behoefte aan ‘data scientists’.

Een derde randvoorwaarde voor de goede benutting van Big Data ligt in de beschikbaarheid van data. Voor de publiekgefinancierde wetenschap is open science steeds meer de norm. Hiermee is het besef gegroeid dat kennis alleen waardevol is wanneer het gedeeld wordt. Data zijn de grondstof van informatie, en informatie is de grondstof van kennis. Naarmate meer data worden gedeeld en gekoppeld kunnen bovendien meer verbanden worden gezien. Dat leidt tot waardevolle inzichten. Het doen van datagedreven onderzoek, het vierde thema, wordt laagdrempeliger naarmate meer bestaande data worden gedeeld. Datagedreven onderzoek kan ook gebruik maken van data uit overheidsadministraties of uit andere bronnen. Het beschikbaar stellen van publiekgefinancierde data als open data draagt hiertoe bij. Steeds meer data van DUO worden openbaar gemaakt via data.duo.nl.

In het onderwijs spelen data een steeds grotere rol, zowel in beleid, management als in het onderwijsproces zelf. Ook het wetenschappelijke onderzoek dat onderwijs ondersteunt wordt steeds afhankelijker van data. Data leiden tot inzichten die de kwaliteit van het onderwijs helpen verbeteren. Samen met de onderwijsraden, SURF, NRO en het CBS wil het ministerie van OCW de komende tijd op dit punt verkenningen uitvoeren. Er is een gezamenlijke expertgroep geformeerd om over Big Data te spreken. Daarnaast spreekt OCW op bestuurlijk niveau met de onderwijsraden in een gremium genaamd Informatiekamer. Samen met deze partijen laat OCW een verkennend onderzoek uitvoeren naar wensen, mogelijkheden en beperkingen van een veilige omgeving waarbinnen Big Data kan worden gecombineerd (zoals het CBS dat nu doet voor gestructureerde data).

Vanuit onderzoek is er daarnaast belangstelling voor het gebruik van data uit leerlingadministratiesystemen die scholen via het CBS vrijwillig voor onderzoek beschikbaar stellen binnen de kaders van de Wbp als alternatief voor grootschalige enquêtes. Het gaat hierbij nog niet om Big Data, maar het leert mogelijk wel iets over deze manier van samenwerken binnen de verschillende onderwijssectoren.
Ethiek, het vijfde punt, is nadenken over goed handelen en is daarmee een thema dat de vier andere thema’s verbindt.

lees meer


  Savannahweg 17
3542 AW Utrecht
T 085-8769437
E info@infinitebv.nl
W www.infinitebv.nl
D Link naar disclaimer
A Afmelden nieuwsbrief