Indien u problemen heeft met de weergave van deze mail, klik dan alstublieft hier.

Infinite Update - 27 april 2011

Vakantietijd weliswaar, maar toch meer dan genoeg bedrijfsvoeringsnieuws. Tot aan de zomervakantie is er een heel volle agenda. Infinite Update bundelt op bondige wijze het onderwijsnieuws op het gebied van of met relevantie voor de bedrijfsvoering van uw onderwijsorganisatie. Heeft u een suggestie voor Infinite Update? Laat het ons weten: info@infinitebv.nl.


Agenda

geen tags


Verhuisd!

geen tags

Infinite Financieel is verhuisd. Met ingang van 1 april 2011 zijn onze nieuwe gegevens:
Savannahweg 17
3542 AW Utrecht
085-8769437
Op 18 mei aanstaande organiseren we voor onze klanten en relaties een open huis. U kunt zich hier aanmelden.



Regeling personele bekostiging PO 2011-2012 verschenen, met paragraaf over LGF in 2012-2013 (7 april)

geen tags

De nieuwe regeling personele bekostiging PO 2011-2012 is in de Staatscourant verschenen. In een aparte paragraaf worden mededelingen gedaan over de LGF-middelen (Rugzak) in 2012-2013.
De GPL voor het onderwijzend personeel stijgt met 0,1603%, met name vanwege de functiemix. De indexering voor de directie bedraagt 0,065%. De index voor het OOP (van belang voor het (V)SO) bedraagt 0,040%. Omdat de GPL voor leraren relatief meer verhoogd is dan de GPL voor directeuren is de directietoeslag in de GPL 2011-2012 iets lager dan voor schooljaar 2010-2011.
In de GPL is voor de functiemix en de inkorting van het carrièrepatroon gezamenlijk circa € 7.845 miljoen verdisconteerd (0,1203%). Dit betreft alleen de eerste 5 maanden van 2011. Hoeveel extra geld er voor de eerste 7 maanden van 2012 in de GPL 2011-2012 wordt verdisconteerd is afhankelijk van de besluitvorming door de minister naar aanleiding van de evaluatie van de eerste tranche van de functiemix (16 % LB en 1% LC, per schooljaar 2011-2012). De bedragen zoals die nu gepubliceerd zijn voor 2011-2012 zullen dus nog aangepast worden. Verder zal de GPL wellicht aangepast worden voor de gevolgen van de premiewijzigingen zoals die per 1 januari en 1 april 2011 hebben plaatsgevonden. Dit wordt pas in juli bekend na het Voorjaarsoverleg van het kabinet. Als het kabinet het zogenaamde Referentiemodel toepast, leidt dit wellicht tot een verhoging van enkele tienden van procenten.
In de regeling is een passage opgenomen over de rugzakfinanciering in het eerste jaar na de voorgenomen invoering van passend onderwijs op 1 augustus 2012. Het eerste jaar na de invoering blijven deze middelen nog bij de reguliere scholen, daarna gaan ze naar de regionale samenwerkingsverbanden. De rugzakmiddelen cluster 2, 3 en 4 die nu naar de reguliere scholen gaan (BAO, SBAO en VO), blijven in het eerste jaar na invoering ook nog bij deze scholen. Ze gaan pas op 1 augustus 2013 rechtstreeks naar de regionale samenwerkingsverbanden. De middelen voor de ambulante begeleiding, die met 57% worden verlaagd, gaan wél meteen naar de samenwerkingsverbanden. De rugzakmiddelen voor leerlingen met een cluster 1-indicatie gaan pas op 1 augustus 2013 naar de instellingen voor cluster 1. Het geld voor de ambulante begeleiding in de clusters 2, 3 en 4 in het middelbaar beroepsonderwijs wordt op 1 augustus 2012 toegevoegd aan het zorgbudget voor de mbo-instellingen.
Inmiddels heeft de minister besloten dat de invoering van Passend onderwijs een jaar wordt uitgesteld (zie volgend bericht). Dit zal dus gevolgen hebben voor de bovenstaande alinea over LGF, die dateert van voor dat besluit.
staatscourant 7 april



Bezuinigingen op passend onderwijs starten een jaar later en worden gefaseerd (13 en 26 april 2011)

geen tags

In een brief aan de Tweede Kamer hebben de bewindslieden van OCW op 13 april laten weten de bezuinigingen op Passend onderwijs later te starten en meer gefaseerd in te voeren. De voor 2012 geplande bezuiniging van 50 miljoen euro gaat niet door. De bezuiniging in 2013 is geen 300 maar 100 miljoen en die in 2014 200 in plaats van 300 miljoen. Vanaf 2015 wordt structureel 300 miljoen bezuinigd. Dit betekent dat een zorgvuldige invoering van de stelselwijziging passend onderwijs mogelijk wordt. Tevens wordt het mogelijk de personele gevolgen van de bezuiniging beter op te vangen, zodat bestaande expertise van personeel behouden kan blijven en gedwongen ontslagen zo veel mogelijk kunnen worden voorkomen.
De onderwijsvakbonden hebben de aangekondigde onderwijsstaking op 19 mei afgeblazen. Reden voor dit besluit is dat minister Van Bijsterveldt de bezuiniging op Passend onderwijs gefaseerd invoert. De gezamenlijke bonden gaan wel door met het ontwikkelen van alternatieve plannen voor een goed werkend systeem.

Op 26 april vond nog een spoeddebat plaats in de Tweede Kamer over de temporisering van de bezuinigingen. Hierin zijn veel vragen gesteld over het tijdpad, de expertise van de ambulante begeleiding en de professionalisering van leraren. De minister heeft toegezegd dat er in schooljaar 2012/2013 geen verlaging van de bekostiging Passend onderwijs plaatsvindt en dat er geen overdracht van de middelen voor ambulante begeleiding naar de samenwerkingsverbanden zal zijn; deze middelen blijven dat schooljaar nog bij het speciaal onderwijs.
www.rijksoverheid.nl > brief
www.aob.nl



In mei weer netwerkbijeenkomsten PO (21 april 2011)

geen tags

Eind mei organiseren adviseurs van Infinite Financieel weer netwerkbijeenkomsten voor managers of stafmedewerkers in het primair onderwijs met een financiële functie. De bijeenkomsten op 25 en 26 mei staan in het teken van de materiële uitgaven van een onderwijsorganisatie. Twee organisaties presenteren resultaten van benchmarks naar de materiële lasten. Bureau HEVO heeft voor de tweede maal een groot onderzoek uitgevoerd naar de materiële exploitatielasten van onderwijsorganisaties en onderwijsdienstverlener Dyade-Ede heeft een analyse uitgevoerd op de database met gegevens van klanten. Beide organisaties presenteren de resultaten van hun onderzoek, onder meer in de vorm van tips en aanbevelingen voor de netwerkdeelnemers.Tijdens de bijeenkomsten wordt ook weer veel tijd ingeruimd voor actuele ontwikkelingen, waaronder Passend onderwijs. Ook presenteren wij de resultaten van ons onderzoek naar de werkzaamheden en de kosten van de instellingsaccountant.
www.infinitebv.nl



(V)SO-schoolbesturen ontvangen brief van de minister (18 april 2011)

geen tags

Schoolbesturen van (V)SO-scholen ontvingen een brief van de minister over het uitstel en de temporisering van de bezuiniging op Passend onderwijs. Dit kabinetsbesluit wijzigt namelijk de op 18 februari 2011 per brief met de (V)SO besturen gecommuniceerde budgetten voor 2012-2013 en 2013-2014. In de brief staat onder andere dat er per 1 augustus 2012 nog geen overheveling van middelen naar samenwerkingsverbanden plaatsvindt. Er hoeft dus per 1 augustus 2011 geen RDDF plaatsing plaats te vinden.
De PO-Raad adviseert schoolbesturen wel het overleg over sociale plannen voort te zetten, aangezien ook deze nieuwe situatie gevolgen zal hebben voor het personeel. Schoolbesturen hebben door het uitstel en de temporisering nu meer tijd om in overleg met bonden te komen tot maatwerkoplossingen voor hun personeel.
www.poraad.nl



Zorgvuldige invoering Passend onderwijs; kwartiermaken nieuwe SWV-en (13 april 2011)

geen tags

Nu de invoering van passend onderwijs getemporiseerd wordt ontstaat er ruimte om de nieuwe samenwerkingsverbanden zorgvuldig op te starten. Het jaar uitstel betekent niet een jaar geen actie ondernemen. Infinite Financieel en Leeuwendaal VOS/ABB organiseren in de maand juni een 10-tal informatiebijeenkomsten over de gevolgen van de stelselwijziging op Passend onderwijs. In de bijeenkomsten wordt ingegaan op de actuele stand van zaken en schetsen wij, aan de hand van de invalshoeken bestuurlijk, inhoudelijk, financieel en procesmatig alle punten die in de voorbereidingsperiode geregeld moeten worden.
lees verder



Voortgangsrapportage Actieplan LeerKracht (18 april 2011)

geen tags

De Tweede Kamer is onlangs geïnformeerd over de tussenopbrengsten van het Actieplan LeerKracht. De rapportage 2011 informeert over de twee hoofdonderdelen van het plan: de beloningsmaatregelen (met name de functiemix) en de versterking van het beroep leraar. De cijfers in deze rapportage geven een beeld van de situatie per oktober 2010.
De cijfers in de voortgangsrapportage laten zien dat dankzij de functiemixmaatregelen uit de convenanten op veel scholen leraren bevorderd zijn naar een hogere salarisschaal. In het basisonderwijs is het aandeel leraren in de hogere LB-schaal sinds oktober 2008 verviervoudigd van 1,4 procent naar 6,7 procent. In het voortgezet onderwijs zijn de afgelopen jaren veel leraren naar de hogere LC-schaal bevorderd. Landelijk steeg hun aandeel van 18,6 procent in 2008 naar 25,9 procent in oktober 2010. Tussen oktober 2008 en oktober 2010 steeg in de Randstadregio’s het aandeel leraren in LC van 19,6 naar 33,7 procent.
Om aan de doelstellingen voor de functiemix te voldoen, moeten de scholen de komende periode echter nog wel een forse extra inspanning leveren, bovendien zijn de cijfers gemiddelden. Er zijn bijvoorbeeld ook scholen die achterblijven. 1 oktober 2011 is de peildatum waarop bepaald wordt hoe ver de scholen zijn met de realisatie van de tussendoelstellingen uit het convenant. Omdat het enige maanden duurt voordat die cijfers bekend zijn, kan daar op zijn vroegst in het voorjaar van 2012 over gerapporteerd worden.
In antwoord op Kamervragen heeft staatssecretaris Zijlstra erkent dat de loonkosten voor schoolbesturen gemiddeld meer zijn gestegen dan waar het ministerie van OCW van uitging bij de invoering van de functiemix. Dit komt volgens de staatssecretaris doordat vooral ervaren leerkrachten in het basisonderwijs promoveren naar de LB-schaal. Hij benadrukt dat het aan de schoolbesturen is om te bepalen welke leerkrachten binnen het convenant promotie krijgen, maar zegt ook dat hij over het gesignaleerde probleem in contact zal treden met de medeondertekenaars van het convenant.
De rapportage besteedt ook aandacht aan de onderwijsarbeidsmarkt. De onvervulde vraag naar leraren is in het voortgezet onderwijs het grootst en kan oplopen tot 3.000 voltijdbanen in 2016. Dat is 5 procent van de werkgelegenheid. Zonder de beloningsmaatregelen uit het actieplan zou de verwachte onvervulde vraag bijna twee keer zo hoog zijn.
www.rijksoverheid.nl >
www.hetkaninhetonderwijs.nl



Scholen houden steeds minder over; gemiddeld vermogen blijft hoog (4 april 2011)

geen tags

Het CBS heeft de financiële resultaten 2009 in de onderwijssector geanalyseerd.
Onderwijsinstellingen hielden in 2009 in totaal 127 miljoen euro over. Het financiële overschot van schoolbesturen is de laatste jaren echter steeds kleiner geworden. Het primair onderwijs gaf in 2009 voor het eerst zelfs meer uit dan het ontving. Dankzij rente-inkomsten bleef dit tekort beperkt. In 2006 bedroeg het overschot nog meer dan 550 miljoen euro. De universiteiten en scholen in het primair onderwijs hadden de grootste dalingen in 2009. Het primair onderwijs dook in 2009 in de rode cijfers (14 miljoen euro). Hier stegen de personele lasten in 2009 met ruim 9 procent en de lasten voor huisvesting met 18 procent. Daartegenover stond een toename van de rijksbijdrage met bijna 9 procent. Het MBO stond juist in 2009 weer in de plus, vooral vanwege een extra bijdrage van het Rijk in dat jaar.
In 2009 hield ongeveer de helft van de scholen in het primair en voortgezet onderwijs geld over. Dat is veel minder dan in 2006, toen nog drie kwart in de plus stond. Vooral de eerder opgebouwde reserves zorgen bij veel scholen nog voor rente-inkomsten waarmee ze samen met de rijksbijdrage de uitgaven kunnen dekken.
Ondanks het dalende financiële overschot hebben onderwijsinstellingen gemiddeld nog steeds een hoog eigen vermogen. Bij het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, MBO en HBO vond de laatste jaren wel een verschuiving plaats. Een steeds groter deel van het eigen vermogen zit nu in gebouwen en leermiddelen, een kleiner deel in financiële tegoeden.
www.cbs.nl > onderwijs > 4 april



Startconferentie Eerst kiezen, dan delen (26 april 2011)

geen tags

De PO-Raad introduceert het meerjarige project Eerst kiezen dan delen. Het project richt zich op het verder professionaliseren van de koppeling tussen wenselijke (onderwijs)opbrengsten, de daarvoor noodzakelijke geachte middeleninzet en de wijze waarop het behalen van die opbrengsten en de inzet van middelen worden gevolgd. Met drie regionale conferenties in juni en september wordt de aftrap gegeven voor het project.
Het project gaat verder bestaan uit een informatiecampagne (website en artikelen), een digitaal marktplein, een scholingsaanbod en verzamelde best practices.
www.eerstkiezen.poraad.nl



Herziening van het onderwijssubsidiebeleid (12 april 2011)

geen tags

Op 11 april hebben de minister en staatssecretaris van OCW de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de herziening van het subsidiebeleid rond onderwijssubsidies. De herziening leidt tot het korten op en opheffen van bepaalde subsidies. Het betreft subsidies voor de hele onderwijskolom, van primair tot en met hoger onderwijs. Met de herziening wil de minister de taakstelling realiseren van € 243 miljoen in de jaren 2012 tot en met 2014 en vanaf 2015 structureel € 233 miljoen. De brief die de hoofdlijn van de invulling van de taakstelling toelicht gaat vergezeld van bijlagen met het financieel overzicht van maatregelen, de resterende subsidies en een overzicht van evaluaties en effectmetingen.
In een reactie stelt de PO-Raad dat de brief een reeks vragen oproept. Het gaat hierbij om zaken als een voorgenomen korting op de lumpsum, de datum van beëindiging of korting van subsidies, consequenties voor aangegane verplichtingen (convenanten), dwarsverbanden met lopend beleid en met ambities van het kabinet, en ook over niet vermelde middelenstromen. Vragen waarover de PO-Raad eerst opheldering wil, alvorens haar standpunt bij de brief te bepalen.
Voor het voortgezet onderwijs komt het neer op een bezuiniging van naar schatting € 45 miljoen in 2012 oplopend tot € 50 miljoen vanaf 2014. Voor zeker de helft van deze € 50 miljoen gaat het om subsidies die rechtstreeks naar de scholen gaan.
De € 50 miljoen die op het voortgezet onderwijs wordt gekort is als volgt opgebouwd:
- € 19,5 miljoen op echte subsidies, zoals bijvoorbeeld voor Kennisnet
- € 20,7 milljoen op geld dat deels of geheel naar scholen toegaat, zoals bijvoorbeeld het leerplusarrangement en de educatieve minor
- € 10 miljoen  op de lumpsum (contributiebijdrage sectorraden en koepelorganisaties)
De bewindslieden willen de ombuiging die in het regeerakkoord is afgesproken bereiken door het aantal subsidiestromen en uitvoeringsorganisaties flink terug te dringen. Het kabinet wil het subsidiebeleid focussen op de eigen beleidsprioriteiten. Subsidies die hier niet aan bijdragen, worden geschrapt of versneld afgebouwd. De herziening moet er volgens het kabinet toe leiden dat scholen minder last hebben van administratieve rompslomp en versnippering van budgetten, zodat zij zich beter kunnen concentreren op hun kerntaak.
Het voorstel roept bij de VO-raad vooral vragen op. Zo is helemaal niet duidelijk of de maatregelen in het voorstel daadwerkelijk tot minder bestuurlijke drukte zullen leiden. Ook is nog onduidelijk hoe de herziening van het subsidiebeleid de scholen precies gaat raken, aangezien er niet alleen geschrapt zal worden op de onderwijssubsidies, maar ook gekort wordt op de lumpsum. Positief, naar de mening van de VO-raad, is dat er weliswaar € 5 miljoen bezuinigd wordt op de gelden voor de kwaliteitsagenda-VO maar dat de € 48 miljoen voor de sector beschikbaar blijft. De VO-raad is altijd voorstander geweest van het laten inzakken van de doelsubsidies in de lumpsum. Zoals het er nu naar uitziet meent de VO-raad dat het kabinet echter vooral aan het bezuinigen is en verschuift er nauwelijks geld van regelingen naar de lumpsum. Sterker nog: per saldo wordt gekort op de lumpsum. De VO-raad zal er bij het kabinet op blijven aandringen dat belangrijke thema’s als innovatie en professionalisering van leraren en schoolleiding -toch ook belangrijke beleidsprioriteiten van dit kabinet- niet ondergesneeuwd raken door de ombuigingsacties.
www.rijksoverheid.nl > brief
www.voraad.nl
www.poraad.nl



Minister reageert op onderzoek naar relatie financiƫle prikkels, fusies en schaalgrootte (8 april 2011)

geen tags

In juni 2010 ontving de Tweede Kamer het rapport “Onderzoek naar de relatie tussen financiële
prikkels, fusies en schaalgrootte in het onderwijs”. Bij de aanbieding van het rapport bleef destijds een inhoudelijke reactie achterwege, omdat het kabinet demissionair was. Onlangs heeft de minister de Kamer deze inhoudelijk reactie gegeven. De belangrijkste conclusie van het rapport is dat er geen specifieke elementen in wet- en regelgeving zijn gevonden die de schaalgrootte bewust stimuleren. Uit een analyse van wet- en regelgeving en interviews blijkt dat er nauwelijks nog direct op schaalvergroting gerichte wet- en regelgeving aanwezig is. Wel ervaart het veld prikkels door de decentralisatie van verantwoordelijkheden. De onderzoekers melden dat grotere organisaties beter in staat zijn risico’s te spreiden dan kleinere. Daarom kan de behoefte aan risicospreiding een prikkel zijn tot schaalvergroting. Met name de kleine besturen in het primair onderwijs kunnen de spreiding van financiële risico’s als een probleem ervaren. Het bekostigingsstelsel in het primair onderwijs kent daarom een aantal elementen om de financiële risico’s ook voor kleine besturen beheersbaar te houden. Besturen kunnen risico’s ook onderling spreiden, daar is geen fusie voor nodig. Het is goed gebruik bepaalde risico’s te verzekeren. Met name besturen met een kleine schaal kunnen hun risico’s langs deze weg beheersbaar maken. Hoe beter het financieel beleid, hoe kleiner de risico’s. Daarom blijft de minister inzetten op de bevordering van de financiële deskundigheid.
www.rijksoverheid.nl > brief 8 april



Lerarenbeurs blijft bestaan, maar wordt beperkt (30 maart 2011)

geen tags

Met ingang van de aanvraagtermijn in april 2012 is het niet meer mogelijk om een korte opleiding van maximaal één jaar te volgen met de Lerarenbeurs. Een voorbehoud wordt nog gemaakt voor korte opleidingen gericht op Passend onderwijs. Het ministerie van OCW heeft na overleg besloten dat de Lerarenbeurs alleen nog wordt ingezet voor ‘opscholing’ (verhoging van het kwalificatieniveau), met bijvoorbeeld erkende bachelor- en mastertrajecten. Voor de korte opleidingen kunnen de reguliere middelen voor nascholing worden ingezet, is de gedachtengang daarachter.  Het budget blijft behouden en gaat dan helemaal naar de lange opleidingen.
www.aob.nl



Nu ook stroomschema uitschrijven leerling Praktijkonderwijs (6 april 2011)

geen tags

Na intensief overleg tussen VO-raad en het ministerie van OCW, is afgelopen januari duidelijkheid ontstaan over het uitschrijven van leerlingen in het voortgezet onderwijs. DUO heeft daarvoor destijds handige stroomschema's gemaakt. Tot dusverre ontbrak zo'n stroomschema voor het Praktijkonderwijs. Intussen is dit gemis opgelost. Het betreffende stroomschema is onder meer meer te raadplegen via een link op de site van de VO-raad.
www.VO-raad.nl



Kostprijsmodel insourcen onderwijsadministratie (29 maart 2011)

geen tags

De brancheorganisatie van onderwijsadministratiekantoren, BRAVO, liet Ernst & Young onderzoek doen naar het insourcen van de financiële en de personeels- en salarisadministratie. Het onderzoek is onlangs gepresenteerd. Vier vragen staan centraal:

  • Aan welke minimumeisen moet de administratie voldoen?
  • Welke (in)directe inzet van mensen en middelen zijn hiervoor nodig?
  • Wat zijn de hiermee gepaarde gaande eenheidsprijzen en kosten?
  • Welke kanttekeningen kunnen geplaatst worden bij de uitkomsten en welke andere dan financiële overwegingen zijn ook relevant voor de besluitvorming van schoolbesturen?

De algemene conclusies zijn voor de hand liggend. Voor kleine schoolbesturen (maximaal 8 basisscholen; 2.500 leerlingen) is het kwalitatief en financieel niet verantwoord om tot insourcing over te kunnen gaan. Middelgrote besturen kunnen dit slechts tegen onevenredig hoge kosten en zeer grote risico’s. Grote besturen kunnen mogelijk tegen aanvaardbare kosten voldoen aan de kwalitatieve minimumeisen, maar de risico’s zijn nog steeds substantieel. Zeer grote besturen (meer dan 30 basisscholen en meer dan 7.500 leerlingen) beschikken bedrijfseconomisch over een schaal waarmee de risico’s van insourcing beter kunnen worden gemanaged. Een rekenvoorbeeld in de laatste categorie (40 scholen, 1.000 medewerkers), laat zien dat de jaarlijkse kosten bij insourcen € 547.000 bedragen (6,5 fte en € 213.000 overige kosten). De eenmalige opstartkosten bedragen € 230.000. Het rapport stelt verder dat de afweging in- of outsourcen niet alleen een koppeling is van de factoren “omvang”, “kwaliteit” en “continuïteit”. Er worden vier andere factoren benoemd die potentieel van invloed zijn op de hoogte van de kosten van de administratie: het ambitieniveau van het schoolbestuur, het ontwikkelingsstadium waarin de organisatie zich bevindt, het kennisniveau (inzake de vraagarticulatie) van het bestuur en cultuuraspecten. Tot zover onze samenvatting van het rapport.
In het onlangs verschenen onderzoek Bestuur en management, onderzoek naar eenpitters en meerpitters in het primair onderwijs (ITS, 2011) is een hoofdstuk gewijd aan uitbesteden of zelf doen. 75% van de schoolbesturen met meer dan één school heeft één of meerdere administraties (salaris-, personeel, financieel) uitbesteed. Driekwart van de schoolbesturen is tevreden over de uitbesteding van FA. Voor SA en PA liggen deze percentages nog hoger. 25% van de schoolbesturen voert één of meerdere administraties in eigen beheer. Bij de grote schoolbesturen heeft 30% de financiële en/of de personeels- en salarisadministratie in eigen huis. Een kwart overweegt het. Uit het ITS rapport blijkt ook dat schoolbesturen gemiddeld € 480 per medewerker betalen voor het uitbesteden van de personeels- en salarisadministratie. Tot zover dit onderzoek.
Met name het rapport van Ernst & Young biedt een uitstekend kader om na te denken over insourcen. Als we het rekenmodel vergelijken met situaties van insourcen die Infinite Financieel onderzocht of mede tot stand hielp komen, valt ons op dat de personeelsformatie aan de krappe kant is berekend, evenals de kosten van software. De overige kosten zijn in vergelijking met onze data-base juist aan de hoge kant becijferd. Het bedrag dat in het ITS rapport voor het outsourcen van PSA wordt genoemd komt ons als hoog voor. Op onze site treft u overigens een eenvoudige quick scan aan over de afweging in- of outsourcen.      
www.bravonderwijs.nl,
http://www.ru.nl/its/onderwijs/afgerond_onderzoek/vm/bovenschools/
www.infinitebv.nl    

 

 



Informatie over ontslag en Sociaal Plan (20 april 2011)

geen tags

Omdat nogal wat schoolbesturen en MR-en en GMR-en de laatste tijd geconfronteerd worden met inkrimping van de personeelsformatie hebben enkele organisaties hierover informatie gepubliceerd.
Het Participatiefonds heeft op haar website een overzicht gepubliceerd waar men in één oogopslag ziet welk ontslagartikel, wanneer van toepassing is. Werkgevers met ontslagbeleid moeten een andere route volgen om bezuinigingsontslagen met succes te melden bij het Participatiefonds dan werkgevers met werkgelegenheidsbeleid.
Onderwijsbond CNV  plaatste op haar website informatie  over de rol van de MR of GMR bij het tot stand komen van een sociaal plan. Een belangrijke conclusies is dat er bij een sociaal plan geen rol voor de MR of GMR is weggelegd. Hoe het wel gaat hangt af van een keus die het bestuur in het verleden maakte, namelijk die voor ontslagbeleid (RDDF-plaatsing en dergelijke) of werkgelegenheidsbeleid. www.vfpf.nl
www.cnvo.nl



Meer maatwerk voor beter leren (8 april 2011)

geen tags

Onlangs is de publicatie 59 VO-modellen: voor maatwerk en motivatie verschenen. Het boek bevat een verzameling van modellen uit de organisatie- en menswetenschappen die maatwerk en motivatie bevorderen, in co-creatie ontstaan met schoolleiders en scholen. In de publicatie worden de vijf meest urgente onderwerpen uitgediept. Het gaat om:

  • meer maatwerk door Talentontwikkeling voor docenten,
  • meer maatwerk door Gedistribueerd leiderschap,
  • meer maatwerk door Differentiatie in de klas door de docent,
  • meer maatwerk door Ondernemerschap organiseren in de school,
  • meer maatwerk door Ondersteuning jongens- en meisjesachtige leerstijlen.

De publicatie is bedoeld als een hulpmiddel om de school te organiseren, precies zoals de school het wil, voor nu en in de toekomst. Welke veranderingen nodig zijn voor het leveren van maatwerk. In het project ‘Schoolorganisatiemodellen: maatwerk voor beter leren’ onderzocht een twintigtal scholen hoe je maatwerk organiseert bij een min of meer gelijkblijvend budget.
www.voraad.nl > 8 april



Schoolbesturen vragen om heroverweging moderniseringsvoorstellen (11 april 2011)

geen tags

Een grote groep schoolbesturen vraagt in een brief aan het bestuur van het Vervangingsfonds (VF) om een heroverweging van de moderniseringsvoorstellen. De besturen geven aan te streven naar eigen risicodragerschap, maar stellen dat de huidige moderniseringsvoorstellen van het VF te veel haken en ogen bevatten om het voorgestelde eigen risicodragerschap voor het eerste ziektejaar aan te kunnen gaan. De brief is ondertekend door meer dan de helft van het aantal grote schoolbesturen dat in de voorstellen van het VF voor eigen risicodragerschap in aanmerking komt. Voor de schoolbesturen die de brief ondertekend hebben zijn de belangrijkste redenen om af te zien van het eigen risicodragerschap: de hoogte van de resterende premie die aan het fonds betaald moet worden, de ‘knip’ tussen het eerste en tweede ziektejaar; waardoor een hybride systeem ontstaat, en de administratieve last. Op 7 april is door het bestuur van het VF gesproken over de voortgang van de voorgenomen modernisering. De definitieve premie voor de nieuwe situatie  is nog niet vastgesteld.
Ondertussen heeft de Minister van OCW aan de Kamer toegezegd werk te maken van de afschaffing van de verplichte aansluiting. De Minister wil daarbij kijken of en zo ja wat er nodig is voor kleine schoolbesturen. De wettelijk verplichte aansluiting bij het VF zou binnen twee jaar moeten worden afgeschaft.
www.vfpf.nl



Onderwijsverslag 2009-2010 verschenen (12 april 2011)

geen tags

Het Onderwijsverslag 2009-2010 is verschenen. Hierin beschrijft de Onderwijsinspectie de staat van het onderwijs.
De meest opvallende gunstige ontwikkelingen die de inspectie ziet zijn:

  • er zijn minder zwakke en zeer zwakke scholen in de meeste sectoren,
  • leerlingen op de basisschool presteren iets beter,
  • meer leerlingen gaan naar hoge vormen van onderwijs en daardoor stijgt het opleidingsniveau,
  • meer jongeren halen hun startkwalificatie en er zijn minder voortijdig schoolverlaters,
  • scholen en besturen worden zich bewust van het belang van goede prestaties.

Er zijn ook redenen tot zorg:

  • juist leerlingen die goed onderwijs nodig hebben, zitten vaak op zwakke en zeer zwakke scholen,
  • leerlingen in het voortgezet onderwijs halen bij het centraal examen lagere cijfers voor wiskunde, Nederlands en Engels dan enkele jaren geleden,
  • scholen en opleidingen waarborgen de kwaliteit van diploma’s onvoldoende,
  • scholen en opleidingen verschillen sterk in de opbrengsten die ze bereiken en daardoor zijn   leerlingen op de ene school veel beter af dan op de andere,
  • leerlingen hebben recht op goede leraren, maar een deel van de leraren schiet tekort.

Om het onderwijs te verbeteren moeten besturen en schoolleiders in actie komen en zullen leraren moeten professionaliseren. De inspectie pleit daarbij net als vorig jaar voor opbrengstgericht werken: meer aandacht voor prestaties door duidelijke doelen te stellen en systematisch na te gaan of die worden gehaald. Verder moeten onderwijssectoren hun leerstofaanbod beter op elkaar afstemmen om een doorgaande lijn voor leerlingen tot stand te brengen. Met name de aparte hoofdstukken voor PO en VO en hoofdstuk 9 Financien en rechtmatige besteding van middelen zijn interessant voor managers en stafmedewerkers met financiën in de portefeuille. 
www.onderwijsinspectie.nl



Nederlandse leraren druk buiten de klas (20 april 2011)

geen tags

Uitgeverij Malmberg presenteerde de resultaten van een internationaal onderzoek bij leraren in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. De belangrijkste conclusie: leraren willen meer tijd besteden aan individuele leerlingen en het leerresultaat verhogen. Vooral in Nederland voelen leraren zich gehinderd door administratieve rompslomp, buitenschoolse activiteiten en overleg binnen en buiten de school. Het representatieve onderzoek is door de moedermaatschappij van Malmberg “Sanoma Learning & Literature” geïnitieerd en gehouden in Nederland, België, Finland, Polen en Hongarije. Opvallend is dat in al deze landen de leraren in basis- en in voortgezet onderwijs de volgende probleemgebieden zien:

  • te weinig tijd voor individuele begeleiding. Vooral in Nederland wordt gesignaleerd dat leraren veel tijd aan administratieve taken en extra werkzaamheden buiten de klas besteden.

Tijdsintensieve  taken zijn het nakijken van toetsen en overleg met het team,

  • de vraag naar meer leerresultaat en
  • omgaan met leerlingen met een leer- of gedragsprobleem.

http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Home/Basisonderwijs-Nieuws/Internationaal-lerarenonderzoek-conclusies-basisonderwijs.htm



OCW en de Onderwijsinspectie versoepelen toezicht op ouderbijdrage (4 april 2011)

geen tags

Er is een nieuwe handhavingslijn tot stand gekomen voor het toezicht op het naleven van de wetgeving omtrent de ouderbijdrage in het VO. Er wordt meer gekeken naar het voldoen aan normen en minder gedetailleerd naar de wijze waarop dit gebeurt. Strikte naleving van de wet leidde namelijk tot bureaucratische rompslomp.
De inspectie zal in het onderzoek naar de ouderbijdrage nog uitsluitend kijken naar de volgende punten:

  • de toelating: deze mag niet afhankelijk worden gesteld van het betalen van een aan ouders gevraagde (geldelijke) bijdrage (art. 27.2 WVO);
  • adequate informatie: de schoolgids moet adequate informatie bevatten over alle aan ouders gevraagde bijdragen aan schoolkosten (art. 24a WVO);
  • modelovereenkomst: in de schoolgids dient een model te zijn opgenomen van een overeenkomst voor de inning van alle aan ouders gevraagde bijdragen (art. 24a WVO) of dient een verwijzing te zijn opgenomen naar de plaats waar dit model op de website is te vinden;
  • instemming MR: de oudergeleding van de MR heeft vooraf ingestemd met hoogte en bestemmingen van de aan ouders gevraagde bijdragen voor schoolkosten (art. 14, tweede lid, onderdeel c WMS);
  • gratis lesmaterialen: de school stelt elk leerjaar gratis aan een leerling het voorgeschreven lesmateriaal ter beschikking (art. 6e WVO). Als de school een borgregeling hanteert dienen ouders individueel en expliciet de keuze voor deelname aan die regeling voorgelegd te krijgen. Als zij aan de borgregeling willen deelnemen moeten zij een actieve keuze daarvoor maken.

De VO-raad zal in de komende periode met zijn leden bespreken of deze aanpassing van het handhavingsbeleid voldoende werkbaar is. Aandachtspunt is bijvoorbeeld dat de wet op deze manier nog steeds voorschrijft dat jaarlijks met elke individuele ouder een contract afgesloten dient te worden. De VO-raad blijft daarom voorstander van het aanpassen van de wet. Scholen mogen wat de VO-raad betreft op basis van drie criteria worden afgerekend: de ouderbijdrage is vrijwillig, de toelating tot de school is er niet van afhankelijk en er wordt duidelijk over gecommuniceerd met de ouders. Hoe de ouderbijdrage geregeld wordt, is een zaak van de school en de Medezeggenschapsraad.
De inspectie heeft inmiddels een brief gestuurd aan de besturen/scholen uit het lopend onderzoek die (nog) niet hebben voldaan aan de wettelijke vereisten inzake ouderbijdrage. Hierin nodigt de inspectie deze besturen/scholen uit voor drie bijeenkomsten in het land om begripsverwarring en onduidelijkheid over de wettelijke vereisten te bespreken en de handhavingslijn toe te lichten.
www.voraad.nl



Leermiddelenmonitor 2010-2011: digitalisering leermiddelen blijft achter (18 april 2011)

geen tags

Voor het vierde achtereenvolgende jaar brengt het Kenniscentrum Leermiddelen van SLO de Leermiddelenmonitor uit. Ook dit jaar blijkt dat de meeste leraren de lesmethode als leidraad van hun werk beschouwen. De meerderheid van de leraren maakt zelf materiaal om de methode aan te vullen en meer recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Op scholen komt geleidelijk aan meer aandacht voor leermiddelenbeleid. Leidinggevenden in PO en VO denken dat leraren meer uitgaan van de methode dan zijzelf aangeven. Het gebruik van digitale leermiddelen groeit slechts langzaam. Leraren denken dat het gebruik hiervan zal groeien, als de ict-infrastructuur op school verbetert en zij meer tijd krijgen om eigen leermiddelen te zoeken of te ontwikkelen. Leidinggevenden zien vooral bijscholing als extra stimulans.
www.slo.nl/leermiddelenmonitor



Inspectie informeert over Verklaring Omtrent Gedrag (21 april 2011)

geen tags

Op de website van de onderwijsinspectie is een uitvoerige publicatie te vinden over de (verplichte) Verklaring Omtrent Gedrag. Sinds de inspectie op 8 maart over dit onderwerp publiceerde ontvangt men veel vragen over wie wel en niet verplicht een VOG moeten overleggen.
De VOG is in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs verplicht voor:

  • leraren
  • (adjunct-)directieleden, (con-)rectoren
  • onderwijsondersteunende functionarissen
  • externe leraren, bijvoorbeeld gedetacheerd of werkzaam via een uitzendbureau
  • externe (adjunct-)directieleden
  • LIO-stagiaires (leerovereenkomst of leerarbeidsovereenkomst)
  • conciërges en schoonmaakpersoneel (eventueel extern ingehuurd)
  • overblijfmedewerkers (VOG niet ouder dan twee maanden).

De VOG dient bij overlegging ten behoeve van benoeming of aanstelling niet ouder te zijn dan zes maanden. Voor bestuurders, vrijwilligers en stagiaires (anders dan LIO-stagiaires) geldt op dit moment geen verplichting voor een VOG. Verder is in het voortgezet onderwijs geen VOG verplicht voor leraren of onderwijsondersteunend personeel dat belast is met werkzaamheden in verband met contractactiviteiten. Dit neemt echter niet weg dat een bestuur altijd de keuze heeft om zelf te bepalen dat toch een VOG overgelegd moet worden.
www.onderwijsinspectie.nl



PO-Raad pleit voor decentralisatie primaire arbeidsvoorwaarden (7 april 2011)

geen tags

Binnenkort wordt het wetsvoorstel ‘volledige decentralisatie van arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs’ in de Tweede Kamer behandeld. In dit kader pleit de PO-Raad  in een brief aan de Tweede Kamer voor decentralisatie van de primaire arbeidsvoorwaarden voor het primair onderwijs. Een integrale benadering van onderwijs- en arbeidsorganisatie is in de visie van de PO-Raad nodig om de opbrengsten van het onderwijs te maximaliseren (opbrengstgericht werken). Schoolbesturen als werkgever moeten de ruimte krijgen om hieraan, in goed overleg met het personeel, invulling te geven. Daarom pleit de PO-Raad onder andere, samen met de vakbonden, voor professionalisering op alle niveaus van de schoolorganisatie (leraren, schoolleiders, schoolbestuurders en ondersteunend personeel). Het bevorderen van goed werkgeverschap van schoolbesturen en goede arbeidsverhoudingen in de sector is één van kerntaken van de PO-Raad. De basis hiervoor is een CAO waarin rechten en plichten in de relatie tussen werkgever en werknemer op evenwichtige wijze zijn verankerd. In de optiek van de PO-Raad is de CAO echter meer dan dat. De CAO is een instrument waarmee de ontwikkeling van de school als arbeidsorganisatie kan worden gestimuleerd. Volledige decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden biedt mogelijkheden voor de door de PO-Raad bepleite integrale aanpak.
www.poraad.nl


  Savannahweg 17
3542 AW Utrecht
T 085-8769437
E info@infinitebv.nl
W www.infinitebv.nl
D Link naar disclaimer
A Afmelden nieuwsbrief