Ministers informeren de Kamer over de financiële posities van onderwijsorganisaties
De onderwijssector staat er financieel goed voor. De reserves zijn in 2020 enigszins afgenomen, maar zijn bij veel onderwijsbesturen nog te hoog. Dit schrijven beide onderwijsministers aan de Tweede Kamer aan de vooravond van de behandeling van OCW begroting. De brief bevat een eerste analyse van de cijfers uit de jaarrekeningen 2020 van onderwijsorganisaties. Een uitvoeriger analyse van deze informatie presenteert de Inspectie van het Onderwijs in het voorjaar van 2022 in De Staat van het Onderwijs.
Alle onderwijssectoren gezamenlijk hebben in 2020 een negatief resultaat van € 96 miljoen gerealiseerd. Begroot was een totaal negatief bedrag van € 576 miljoen. Alleen de sector po heeft een negatiever bedrag gerealiseerd dan begroot. In het funderend onderwijs speelden de convenantsmiddelen een rol, deze middelen zijn in 2019 ontvangen, maar konden pas in 2020 worden uitgegeven.
Gezien het grote verschil tussen het begrote en gerealiseerde financieel resultaat benadrukken de ministers opnieuw de noodzaak van het verbeteren van het begrotingsproces van de besturen van de onderwijsinstellingen en scholen. De minister schrijft onder meer: ‘besturen kunnen daarbij bijvoorbeeld denken aan nog meer aandacht voor nauwkeurige inschatting van baten en lasten, tijdig betrekken van budgethouders bij het proces en betere analyses van de verschillen tussen de begrotingen en realisaties’.