Nederlandse kinderopvang scoort goed
Het is overwegend positief gesteld met de Nederlandse kinderopvang. Dit blijkt uit een rapport dat Staatssecretaris Van Ark aan de Tweede Kamer zond. Het rapport bevat trendanalyses over de periode 2017-2019 over ontwikkelingen in de kwaliteit van de Nederlandse kinderdagopvang, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang.
De 800.000 baby’s, peuters en oudere kinderen die naar de kinderopvang gaan, worden geknuffeld en getroost als dat nodig is, en de leiding stimuleert iedereen mee te doen bij groepsactiviteiten en lief te zijn voor elkaar. De kinderopvang in Nederland behoort zelfs tot de beste van Europa. De opvang scoort hoger dan in veel andere Europese landen, maar ook hoger dan de VS en Australië, valt in het rapport te lezen.
Maar lichte kritiek is er ook. De gemiddelde educatieve kwaliteit is in alle opvangtypen lager dan de emotionele kwaliteit. Emotionele kwaliteit bestaat uit de sfeer op de groep, de sensitiviteit van de medewerkers, aandacht voor het perspectief van het kind en begeleiding van het gedrag van de kinderen. De educatieve kwaliteit gaat over ondersteuning van taal, het leren van begrippen, redeneren en kennis van de wereld van kinderen. Voor dat laatste is blijkbaar minder aandacht.
De educatieve elementen van de kinderopvang scoren daarmee overigens nog wel voldoende, maar het kan beter, zegt het rapport. Dat geldt zeker ook voor de buitenschoolse opvang, daar wordt veel gespeeld, maar is weinig ruimte voor bijvoorbeeld muziek, dans, natuur en techniek.
Het rapport is gebaseerd op steekproeven en metingen uit 2017, 2018 en 2019, de resultaten zijn representatief voor de hele sector, zegt de staatssecretaris. Het verzamelen van data van gastouders liep moeizamer waardoor de uitkomsten voor dit deel van de kinderopvang niet representatief zijn. De onderwijsinspectie doet nader onderzoek naar de gastouderopvang. De resultaten worden dit voorjaar verwacht.