Minister omarmt toegangsrecht kinderopvang en bso
Minister Koolmees omarmt in eenbrief aan de Tweede Kamerde conclusies van een rapport van de LKK dat stelt dat er een brede consensus is voor een (eventueel gratis) toegangsrecht voor alle kinderen van minimaal 2 dagen op dagopvang en op 8 á 10 uur bso.
Het rapport van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK), waarin dit geschreven wordt stelt dat het toegangsrecht de toegankelijkheid van de kinderopvang vergroot. Dit is een belangrijke voorwaarde voor eventuele hervormingen van het kinderopvangstelsel, aldus het rapport. Daarnaast moet er sprake zijn van transparante en eenvoudige financiering.
Het onderzoek stelt verder dat samenwerking in netwerken van verschillende typen organisaties uit de sectoren kinderopvang, onderwijs, jeugdhulp en jeugdzorg, welzijn en kind- en jeugdwerk (op wijk-, gemeente- of regio-niveau) een wenselijke weg om te bewandelen is. Daarbij zijn hybriditeit (profit en not-for-profit), complementariteit, inter-professionaliteit en gelijkwaardigheid van partners belangrijke voorwaarden voor het effectief functioneren van netwerken.
Ook stelt het rapport dat het niet voor de hand ligt de kinderopvang in te weven in het onderwijsbestel. ‘Integratie van de kinderopvang in het onderwijs zou een verlies kunnen betekenen van de positieve dynamiek van het huidige hybride kinderopvangstelsel’, zo valt te lezen. Er is bovendien een risico dat de expertise van de kinderopvang verloren gaat: ‘Onderdelen van de kinderopvang waar het onderwijs minder affiniteit mee heeft, zoals de baby- en dreumesopvang, zouden in het gedrang kunnen komen.’
De minister onderschrijft enkele conclusies. Hij stelt dat er ‘onder de bevraagde deskundigen brede overeenstemming is voor een toegangsrecht van minstens twee dagen opvang per week voor alle kinderen om de toegankelijkheid te vergroten. Kinderopvang zou volgens de deskundigen gratis aangeboden moeten worden, of in ieder geval betaalbaar met lage kosten voor de ouders.’
De prijs van kinderopvang mag voor kinderen van maatschappelijke achterstandsgroepen geen belemmering zijn om deel te nemen, aldus Koolmees. ‘Kinderopvang wordt dan gezien als pedagogisch-educatieve ontwikkelingsfunctie in de context van het maatschappelijke belang van kansengelijkheid en inclusie.’
‘Uitgangspunt is dat een algemeen toegangsrecht de toegankelijkheid van kinderopvang voor alle kinderen zal verbeteren, al zal dat voor een belangrijk deel samenhangen met de financieringssystematiek,’ concludeert Koolmees.