Antwoorden op Kamervragen over ‘De Financiële staat van het onderwijs’

Eind 2019 verscheen De ‘Financiële Staat van het Onderwijs 2018’. Hierin analyseert de Inspectie van het Onderwijs de financiële positie van onderwijsbesturen op basis van hun jaarrekeningen 2018. Tegelijkertijd verscheen een door Oberon opgesteld rapport ‘Het verhaal achter de cijfers’. Dit rapport geeft inzicht in de redenen van besturen om reserves op te bouwen en aan te houden. De ministers Slob en Van Engelshoven voorzagen beide rapporten van een toelichtende Kamerbrief. In Infinite Update van 24 december 2019 schreven wij hier uitvoerig over.

De Tweede Kamer stelde de  80 vragen over de drie documenten. Onlangs hebben de ministers alle vragen beantwoord. Hierin staat onder meer het volgende te lezen:

  • de minister verwacht dat vereenvoudiging van bekostiging als gevolg zal hebben dat besturen minder (hoge) reserves aanhouden (vraag 6),
  • de signaleringswaarden van de inspectie zijn nadrukkelijk geen norm (vraag 13),
  • besturen en raden van toezicht moeten nadrukkelijk het gesprek voeren over de mogelijkheid tot en wenselijkheid van negatief begroten (vraag 16),
  • per saldo zijn er in fte’s circa 500 leraren en 2.700 medewerkers onderwijs ondersteunend personeel bijgekomen in 2018 in het primair onderwijs (vraag 25),
  • de verplichting dat besturen zich in het jaarverslag moeten verantwoorden over (vijf) prioriteiten is mede ingegeven door de wens dat besturen beleidsrijker gaan begroten. Het doel van beleidsrijk begroten is om meer inzicht aan de stakeholders te geven door bij die prioriteiten vooral de doelen voor de komende jaren duidelijk te omschrijven en deze te koppelen aan het meerjarige (financiële) beleid en de begroting (vraag 31),
  • dit voorjaar komt de minister met plannen voor handhaving met betrekking tot bovenmatige reserves, waarschijnlijk in de vorm van een nieuw signaleringskengetal (vraag 32, 33),
  • het aandeel personele lasten in de totale lasten in de vo sector in 2018 bedraagt 78,9 % en in de po sector 81,7% (vraag 23), (NB. De overige 21,1 % noemt OCW in de beantwoording ‘overhead’ in plaats van overige lasten).
  • het aandeel OP in L11 functies of hoger bedroeg in het po 28 % in 2018 (in 2016 was dat 26,4 %) (vraag 26).