De financiële positie van het onderwijs

De inspectie geeft sinds 2021 geen Financiële staat van het onderwijs meer uit. Wel neemt de inspectie een financiële analyse op in de Staat van het onderwijs, maar dit document komt eerst in het voorjaar van 2023 uit. Om die reden hebben ministers Dijkgraaf en Wiersma op 21 november 2022 de Tweede Kamer geïnformeerd over de financiële positie van het onderwijs ultimo 2021. Lees de kamerbrief.
We halen er voor u een paar highlights uit.

Gerealiseerde resultaten

Zoals verwacht hebben het primair en voortgezet onderwijs het jaar met een positief resultaat afgesloten. Dit is een resultante van enerzijds hogere rijksbijdragen (indexaties, aanvullende subsidies en met name NPO-gelden) en anderzijds niet navenant hogere lasten (lerarentekort, coronamaatregelen en mogelijk nog niet rond gekomen afspraken rond de arbeidsmarkttoelagen). Als gevolg hiervan namen ultimo 2021 de (bovenmatige) reserves toe.
In 2021 bestond in het PO 82,1% van de lasten uit kosten personeel, in het VO was dit 80,5%.
De samenwerkingsverbanden passend onderwijs sloten, eveneens zoals verwacht, het jaar met een negatief saldo af. Dit strookt met het streven om de bovenmatige reserves bij de samenwerkingsverbanden af te bouwen.

Wegvallen vordering primair onderwijs

De vereenvoudiging van de bekostiging in het PO leidt naar verwachting in 2023 tot een verdere afname van de reserves in deze sector. Het departement verwacht dat de vordering van de po-besturen op het rijk wegens een verschil tussen het betalingsritme van de huidige bekostigingssystematiek en de wijze van de administratie van de baten door de po-schoolbesturen zal vrijvallen wegens het verdwijnen van de grondslag voor die vordering.

Compact bestuursverslag

Voorts is er een project compact bestuursverslag gestart, gericht op de vereenvoudiging van de verslaglegging niet-financiële informatie voor kleine onderwijsbesturen in het PO en VO. Men streeft ernaar deze vereenvoudiging in te laten gaan ingaande het verslagjaar 2024.

Verantwoording maatschappelijke beleidsthema’s Tenslotte constateren de bewindslieden dat de verantwoording over de maatschappelijke beleidsthema’s in de bestuursverslagen PO en VO grosso modo onvoldoende is. Een onafhankelijk bureau heeft opdracht gekregen de inhoud en kwaliteit van deze verantwoording te onderzoeken.