Gespecialiseerd onderwijs krijgt incidenteel extra geld voor herwaardering functies onderwijsondersteunend personeel
In de nieuwe cao po is afgesproken dat iedere werkgever zijn
functiegebouw voor de ondersteunende functies (en directiefuncties) heroverweegt.
Door de actualisatie van de ondersteunende functies, zullen de salariskosten
bij veel schoolbesturen stijgen. Met name OOP-functies, zoals orthopedagoog en
onderwijsassistent, komen in een hogere schaal. Bij het
afsluiten van de cao is rekening gehouden met deze kosten in de beschikbare
financiële ruimte voor de overige afspraken. Voor het sbo en het (v)so nemen de lasten
echter extra toe, doordat deze sectoren verhoudingsgewijs veel OOP-functies
hebben. De dekking vanuit de beschikbare cao-loonruimte is daarvoor niet
genoeg. Het Participatiefonds (Pf) heeft op basis van een vroegere afspraak
tussen OCW en de vakbonden vanuit de geïnde premie geld gereserveerd voor
arbeidsmarktmiddelen. De afgelopen jaren is er geen bestemming gegeven aan het
bedrag in deze reserveringspot. In 2016 besloten het Pf en de sociale
partners om geen verdere reserveringen te doen vanuit de premie. De premie is
daarmee destijds ook naar beneden bijgesteld. In de afgelopen
cao-onderhandelingen hebben de sociale partners een bestemming bepaald voor de
overgebleven reservering. Daaruit betaalt het Participatiefonds nu een
éénmalige uitkering aan de schoolbesturen met sbao, so en vso. De
éénmalige uitkering betreft een bedrag per leerling en bedraagt € 141,38 voor
het sbo en € 282,77 voor het (v)so.
Uiteraard kan met een eenmalig bedrag geen structureel hogere personele last
worden gefinancierd. Het biedt schoolbesturen echter wel wat tijd om de
begroting weer in lijn te krijgen.