Herziening financieringsstelsel kinderopvang – 18 oktober 2022
Met brief van 7 oktober 2022 ontvouwden de Ministers van Onderwijs en Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aan de Kamer de kabinetsplannen voor een fundamentele herziening van het financieringsstelsel van de kinderopvang.
Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat samen met DUO, Toeslagen, UWV en SVB werken aan het ontwerpen en bouwen van een nieuw stelsel voor de financiering van kinderopvang.
De herziening heeft een tweeledig doel. Aan de ene kant moet het stelsel voor ouders eenvoudiger en begrijpelijker worden door het realiseren van een eenvoudige financiering. Aan de andere kant moet de herziening het voor ouders makkelijker maken om arbeid en zorg te combineren door het realiseren van beter betaalbare en financieel meer toegankelijke kinderopvang. In algemene zin moet het kinderopvangstelstel de ontwikkeling van het jonge kind bevorderen.
Het stelsel gaat uit van de volgende beleidskaders:
- Werkende ouders komen in aanmerking voor een vergoeding voor de kinderopvang;
- De overheidsvergoeding wordt rechtstreeks uitgekeerd aan kinderopvangorganisaties;
- De hoogte van deze vergoeding is inkomensonafhankelijk;
- De vergoeding is een percentage (96%) van de maximum uur prijs (MUP) per opvangsoort;
- Het aantal opvanguren dat in aanmerking komt voor een vergoeding is niet langer gekoppeld aan het aantal gewerkte uren.
De uitwerking vindt plaats in overleg met de sectorpartijen zoals brancheorganisaties, vakbonden, oudervertegenwoordiging en de VNG. Planning is invoering per 1 januari 2025, maar kwaliteit en zorgvuldigheid staan voorop (met de toeslagenaffaire in het achterhoofd).
Bij partijen bestaat zorgen over de beoogde uitwerking. Zo lijkt de herziening met name gericht te zijn op de arbeidsmarktproblematiek en minder op de ontwikkeling van het jonge kind of op bevordering van kansengelijkheid. De brancheorganisatie voor kinderopvang (BK) constateert dat het kabinet primair inzet op kwantiteit (meer gebruik van kinderopvang), terwijl ervaringen in het buitenland en uit het verleden uitwijzen dat snelle groei ten koste van de kwaliteit gaat.
Op 16 november spreekt de Tweede Kamer over de kinderopvang.