Leerplusarrangement wordt onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs ingaande 1 januari 2024 – 21 juni 2023
Met brief van 21 juni 2023 informeerde de minister van Primair en Voortgezet Onderwijs de Tweede Kamer over de versterking van wat nu nog het leerplusarrangement is.
De onderwijskansenregeling verschilt op een aantal belangrijke punten van het huidige leerplusarrangement:
- Er komt een nieuwe indicator om te bepalen welke scholen het extra budget het meest nodig hebben. Het gaat om dezelfde CBS-indicator als al in het primair onderwijs en ten behoeve van een deel van de NPO-gelden is gebruikt. Wel wordt binnen die CBS-indicator met twee verdeelsystematieken gewerkt: een systematiek voor vmbo, havo en vwo samen en een systematiek die aangepast is op het praktijkonderwijs (pro). Dat betekent dat rekening gehouden wordt met de specifieke kenmerken van het pro en het overige vo.
- Het beschikbare budget wordt verhoogd van 52 miljoen euro naar 157 miljoen euro op jaarbasis. Ook hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen pro en het overige vo. Het totaalbudget wordt daartoe gesplitst. Voor het pro is er in de nieuwe regeling jaarlijks 14 miljoen euro beschikbaar, wat 9% van het totale budget beslaat.
- Scholen moeten onder de nieuwe regeling via Onderwijsportaal XBRL aangeven hoe zij de middelen inzetten. Scholen geven daarbij aan welke activiteiten zij ondernemen en hoe zij zicht houden op de effecten ervan op de ontwikkeling van de leerlingen. Daarnaast zal de minister de komende jaren onderzoek doen naar de besteding van de middelen en de effecten die daarmee op schoolniveau worden bereikt.
- Om ervoor te zorgen dat vestigingen in het vo een substantieel bedrag ontvangen zodat ze zinvolle ondersteuning kunnen realiseren, wordt in nieuwe regeling gebruik gemaakt van een doelgroep- en drempelpercentage. Het doelgroeppercentage bepaalt welk deel van de leerlingen op basis van de achtergrondkenmerken in aanmerking komt voor budget. Daarnaast wordt een drempelpercentage gehanteerd, wat aangeeft welk minimaal aandeel doelgroepleerlingen een vestiging moet hebben om überhaupt budget te ontvangen. Op basis van door het CBS doorgerekende scenario’s kiest de minister ervoor om voor de schoolsoorten vmbo, havo en vwo een doelgroeppercentage van 15% te hanteren en een drempelpercentage van 12%. Deze waarden zijn in lijn met die in het po, waardoor gedurende de schoolcarrière op eenzelfde groep leerlingen wordt gefocust. Voor het pro is gekozen voor een doelgroeppercentage van 30%. Met een doelgroeppercentage van 30% wordt het budget beter verspreid over de vestigingen en is er grotere kans op stabiliteit van het budget op vestigingsniveau over de jaren heen, zo stelt de minister. Voor het pro wordt het drempelpercentage 0%. Met deze drempel komen de middelen ten goede aan alle pro-vestigingen en een zo groot mogelijke groep pro-leerlingen, maar is het bedrag dat de vestiging ontvangt wel afhankelijk van het aantal doelgroepleerlingen op school.
Uiterlijk in april 2024 is de regeling gepubliceerd en weten de scholen hoeveel middelen zij vanuit die regeling ontvangen. Net als voorheen wordt de regeling jaarlijks gewijzigd op basis van de meest recente data en ontvangen schoolbesturen uiterlijk in april een beschikking. Dit sluit aan op de huidige praktijk van het leerplusarrangement.
Om de besturen en scholen in staat te stellen op de nieuwe bekostigingsbedragen te anticiperen komt na de zomer 2023 een online rekentool beschikbaar. Scholen kunnen hier nog geen precieze zekerheid aan ontlenen, omdat de rekentool gebaseerd is op data uit 2021, terwijl de nieuwe regeling in het eerste jaar uitgaat van data uit 2022. In het voorjaar van 2024 zullen de precieze bedragen per vestiging bekend worden gemaakt aan de scholen.