Ministers beantwoorden vragen over samenwerking onderwijs en jeugdzorg
De onderwijsministers Slob en Van Engelshoven en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Blokhuis) hebben vragen beantwoord over de samenwerking tussen het collectieve onderwijssysteem en het individuele (jeugd)zorgsysteem. Zij kregen deze vragen deze zomer van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) van de Tweede Kamer naar aanleiding van een brief over dit onderwerp. In hun reactie schrijven de ministers onder meer het volgende.
- Er zijn op dit moment in ons land verschillende regio-indelingen binnen het sociale domein. Mogelijk zijn aanpassingen gewenst.
- In mei 2021 zijn vijftien proeftuinen voor onderwijszorginitiatieven van start gegaan. In deze proeftuinen worden 15 onderwijszorginitiatieven begeleid om de ruimte binnen de huidige wet- en regelgeving optimaal te benutten. De proeftuinen lopen van mei 2021 tot en met mei 2022. Binnen de proeftuinen wordt ook in kaart gebracht welke wet- en regelgeving ongewenst knelt. Deze knelpuntenanalyse wordt meegenomen bij het inrichten van een experiment. In het experiment wordt ruimte gemaakt om op een aantal punten van wet- en regelgeving af te kunnen wijken. Het experiment start naar verwachting op 1 januari 2023. Het experimenteerbesluit wordt in het najaar van 2022 voorgehangen aan de Tweede Kamer. De internetconsultatie van het ontwerpbesluit dat de basis vormt voor het experiment is op 1 november jl, gestart.
- Eén van de knelpunten is de vraag wat onder de zorg valt en wat onder het onderwijs. Met onder andere de onderwijszorgarrangementen, maar ook het project rond Zorg in onderwijstijd wordt gepoogd een helder antwoord te formuleren op deze vraag.
- Er loopt in de schooljaren 2020-2021 en 2021-2022 een onderzoek om in beeld te krijgen wat er nodig is voor een collectieve financiering. Het onderzoek is bedoeld om inzichtelijk te maken hoe collectieve financiering in de praktijk werkt of niet werkt en welke knelpunten zich in de praktijk voordoen binnen de huidige wettelijke kaders. Eind 2022 wordt, zo is het streven, de eindrapportage van het onderzoek en de bijbehorende pilots aan de Kamer gezonden.