Monitoring en evaluatie NPO

Minister Slob heeft in een Kamerbrief van 7 juli 2021 het plan van aanpak voor monitoring en evaluatie van het NPO beschreven. Samenvattend verloopt de monitoring van het NPO langs twee hoofdlijnen: de implementatiemonitor en de resultatenmonitor. Daarnaast vindt specifiek aanvullend onderzoek plaats naar de effectiviteit van een aantal interventies.

De implementatiemonitor richt zich op de uitvoering van NPO door scholen. Een belangrijke bron voor dit deel van de monitoring vormt de waarneming van scholen zelf. Voor scholen gaat het er hierbij om, vanuit de waarneming van de vertragingen bij leerlingen, een gerichte keuze te maken uit de menukaart met interventies. Ook gaat het om de ervaringen van scholen met de implementatie van interventies en het effect van de interventies. Ook de rol van gemeentes bij de implementatie wordt gemonitord. De monitoring van de implementatie door gemeentes wordt op korte termijn verder uitgewerkt. Het uitgangspunt is dat er een beperkte monitoringslast is voor scholen. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande informatie. Alle scholen krijgen een korte vragenlijst en er wordt verdiepend onderzoek gedaan op basis van representatieve steekproeven en casestudies bij een beperkt aantal scholen.

De resultatenmonitor biedt op sectorniveau inzicht in de omvang, aard en verdeling van de vertragingen en andere verstoringen in de ontwikkeling en mentale gezondheid van leerlingen. Dit inzicht wordt onder andere verkregen op basis van data uit leerlingvolgsystemen en onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs. De analyses worden zoveel mogelijk periodiek herhaald. In dit verband is het van belang dat zoveel mogelijk scholen meedoen met het Nationaal Cohortonderzoek (NCO). Grotere deelname aan het NCO vergemakkelijkt niet alleen het monitoren van de voortgang op stelselniveau, maar biedt scholen zelf ook belangrijke inzichten in hun eigen situatie. Met de sectoren wordt verkend hoe die deelname zo aantrekkelijk mogelijk kan worden gemaakt.

Naast de implementatie- en resultatenmonitor vindt ook aanvullend onderzoek plaats naar de effectiviteit van een aantal specifieke interventies. Voor 5 tot 10 zeer kansrijke interventies kunnen scholen zich aanmelden voor deelname aan een wetenschappelijke studie naar de effectiviteit. Deze effectmeting draagt bij aan het duurzaam leereffect van het programma.

De rapportagemomenten worden afgestemd op de verdere besluitvorming over het NPO. In het voorjaar van 2022 zal besloten worden over de continuering en eventuele verlenging van de periode waarin de middelen voor het NPO mogen worden uitgegeven. Dit ook op basis van een eerste beeld van de besteding van middelen tot dat moment. Verder wordt halfjaarlijks gerapporteerd en vindt er eind 2023 een eindevaluatie van het programma plaats, waarin ook gekeken wordt naar de lessen die daaruit getrokken kunnen worden, bijvoorbeeld over de effectiviteit van interventies.