Nadere informatie over handhaving bovenmatige reserves

De ministers Slob en Van Engelshoven hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de wijze waarop de overheid gaat acteren op (mogelijk) bovenmatige vermogens van onderwijsbesturen.

De brief geeft in de eerste plaats informatie:

  • De mogelijk bovenmatige reserves van de onderwijsbesturen po en vo zijn (2020 t.o.v. 2019) gedaald, met respectievelijk € 229 miljoen (een daling van 25%) en € 52 miljoen (18%).
  • De inspectie constateert dat de introductie van de signaleringwaarde een beweging in gang heeft gezet die negatief begroten stimuleert. Maar nog niet alle stakeholders zijn voldoende geïnformeerd en betrokken.
  • Tijd nodig voor investeren

Op bladzijde 4 constateert de minister dat er tijd nodig is om te investeren. Hij schrijft: ‘Zoals aan de Kamer gemeld, ben ik voornemens om u onder meer in het voorjaar van 2022 te informeren over de voortgang van het Programma in het funderend onderwijs, en dan te besluiten of een verlenging van de termijn waarin scholen de middelen kunnen besteden aan de orde moet zijn. Bovendien kunnen besturen tijdens de looptijd van het Programma, en daarna, in specifieke gevallen ervoor kiezen in hun eigen vermogen een bestemmingsreserve op te nemen voor de middelen vanuit het NP Onderwijs. Daarmee maken zij een zichtbaar onderscheid in het eigen vermogen voor deze middelen’.

Daarnaast worden er in de brief twee invalshoeken geschetst die de overheid kiest voor interventie: de dialoog die de onderwijsinspectie gaat voeren en het handhavingstraject dat het ministerie voorbereidt.

Dialoog onderwijsinspectie

Bij de nadere analyse van de financiële positie 2020 zal de inspectie in het reguliere toezicht, en bij specifiek de rijkste besturen, monitoren of besturen met bovenmatige reserves voldoende verantwoording en acties hebben opgenomen in het jaarverslag. De inspectie zal de 5% besturen met de grootste overschrijdingen van de signaleringswaarde de komende jaren nader onderzoeken.

Handhaving

Er wordt wetgeving voorbereid om te kunnen sanctioneren. Hierbij blijft de signaleringswaarde een startpunt. De inspectie zal namelijk pas overgaan tot een sanctie in situaties waarin het bestuur geen goede onderbouwing heeft voor de reserves die boven de signaleringswaarde liggen en het bovenmatige vermogen ook niet gedurende enkele jaren gaat afbouwen. De verwachte ingangsdatum is 2024.