Onderzoeksrapport schaalgrootte in het onderwijs

Minister Slob heeft het rapport ‘Dorpsschool of Leerfabriek’ aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar de mogelijke voor- en nadelen van verschillende vormen van schaalgrootte in het onderwijs. Onderzoekers bekijken deze voor- en nadelen vanuit bedrijfsmatig perspectief. Daarnaast hebben de onderzoekers aandacht voor de consequenties voor:

  • (regionaal) aanbod en keuzevrijheid;
  • sturing en verantwoordelijkheid;
  • de menselijke maat;
  • professionalisering en onderwijskwaliteit.

Aanleiding voor dit onderzoek was het debat rond het wetsvoorstel afschaffen fusietoets, waarin veel aandacht was voor schaalgrootte en waar ook veel vragen gesteld werden over schaalgrootte. Het onderzoek bestaat hoofdzakelijk uit een literatuurstudie, aangevuld met interviews. Onderzoekers presenteren feiten en bevindingen.

In het onderzoek wordt schaalgrootte bekeken op basis van aantal scholen, vestigingen en leerlingen per schoolbestuur. Daarnaast wordt ook gekeken naar aantal vestigingen en leerlingen per school en het aantal leerlingen per vestiging.

Op basis van literatuurstudie concluderen onderzoekers het volgende.

  • Op bestuursniveau hangt schaalgrootte samen met de mate van interne verantwoording en externe dialoog. Grotere besturen scoren hier beter op.
  • Er blijkt geen relatie tussen schaalgrootte en onderwijskwaliteit/schoolprestaties en tussen schaalgrootte en een gevarieerd onderwijsaanbod op schoolniveau en bestuursniveau. Ook is er geen relatie gevonden tussen schoolgrootte en sociale cohesie.

Aanvullend zijn interviews gehouden met een aantal besturen uit het primair en voortgezet onderwijs die afwijken van het ‘gemiddelde’ bestuur. Hieruit blijkt onder meer dat de meerderheid van de besturen geen nadelen ervaart van de eigen omvang. In sommige gevallen herkennen besturen wel de risico’s of nadelen die samenhangen (of kunnen samenhangen) met de schaalgrootte, maar ze geven dan vaak aan dat met de juiste maatregelen de voordelen blijven opwegen tegen de nadelen.

Minister Slob reageert in een begeleidende Kamerbrief als volgt op het rapport: ‘’De inzichten uit het onderzoek laten zien dat de effecten van verschillende schaalgrootten erg genuanceerd liggen. (…) Daaruit blijkt dat voor besturen het altijd van belang is – ongeacht de schaalgrootte – om goed zicht te houden op de kwaliteit van het onderwijs en om de inspraak van ouders en leerlingen op het beleid te borgen.’’