Werkagenda route naar inclusief onderwijs 2035 – 17 maart 2023
Met brief van 17 maart 2023 heeft minister Wiersma de Tweede Kamer geïnformeerd over de contouren van de werkagenda inclusief onderwijs 2035 en over acties en maatregelen die daarmee samenhangen en het proces en de vervolgstappen.
De nota presenteert zes actielijnen:
– toerusten van school en personeel,
– laagdrempelige hulp in en nabij de school,
– organiseren van een dekkend aanbod van (inclusief) onderwijs en ondersteuning,
– regelruimte creëren in leerpad en ontwikkeling,
– bouwen aan een toegankelijke en inclusieve huisvesting,
– normaliseren van inclusief onderwijs.
Een aantal acties staat voor 2023 in de planning. De minister wil de ambitie 2035 nog in 2023 uitgewerkt hebben. Uiterlijk vanaf 2029 gelden er dan meerdere verplichtingen rondom de uitvoering. In de tussenliggende periode worden wet- en regelgeving aangepast om het bieden van inclusief onderwijs makkelijker te maken.
Voor het monitoren van de voortgang wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van wat er nu al wordt vastgelegd en gemonitord, zoals de doelstellingenmonitor passend onderwijs, wachtlijsten, het aantal thuiszitters en het aantal vrijstellingen. Naarmate de ambitie concreter wordt, zullen daar specifieke indicatoren aan worden toegevoegd. De inrichting en aanpak van die ijkmomenten werkt de minister in 2023 nader uit.
In deze kabinetsperiode zijn er geen aanvullende middelen beschikbaar voor de uitvoering van de werkagenda inclusief onderwijs. Daarom wordt gekeken naar de mogelijkheden binnen de huidige financiering van scholen en andere partijen. De huidige financiële kaders zijn dus leidend.
Eveneens in 2023 gaat de minister met onder andere de vertegenwoordigers van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs bepalen welke taken in een taakbeschrijving van een samenwerkingsverband moeten worden opgenomen. Deze taakomschrijving wordt naar verwachting vanaf 2024 geformaliseerd en vastgelegd in wet- en regelgeving.
Voorts wil de minister de beleidsregel “experimenten samenwerking regulier en speciaal onderwijs” verruimen. Met de bestaande beleidsregel krijgen scholen voor regulier en speciaal onderwijs de mogelijkheid om gedurende zes jaar te experimenteren met een intensieve vorm van samenwerking die moet leiden tot volledige integratie van het speciaal onderwijs in het regulier onderwijs. Daarbij blijven de budgetten van het speciaal onderwijs volledig beschikbaar om die integratie mogelijk te maken en leerlingen de ondersteuning te geven die zij in het regulier onderwijs nodig hebben. In het schooljaar 2023-2024 kan er binnen deze regeling nog een tranche starten.
Tenslotte meldt de minister dat hij en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de eindrapportage “Naar collectieve financiering van zorg in onderwijstijd” de noodzaak zien om financiering op school voor leerlingen met een zorgbehoefte eenvoudiger te organiseren. De minister wil de Tweede Kamer hierover nog dit voorjaar informeren.