Wetsvoorstel Onderwijshuisvesting naar Tweede Kamer – 29 januari 2025

Het wetsvoorstel voor een planmatige en doelmatige aanpak van onderwijshuisvesting is ingediend bij de Tweede Kamer. Dit voorstel richt zich op het verbeteren van de samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen, met als doel de kwaliteit van de onderwijshuisvesting te waarborgen. We noemen de belangrijkste punten uit het wetsvoorstel:

  • Wettelijke verankering van het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Dit plan verplicht gemeenten om een overzicht te geven van de staat van alle schoolgebouwen en de benodigde investeringen voor vier jaar, met een doorkijk van twaalf jaar, wat helpt in de langetermijnplanning van schoolgebouwen. 
  • Deelname van schoolbesturen aan het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP).  Schoolbesturen zijn verplicht om hun MJOP met de gemeente te delen, wat zorgt voor betere samenwerking en afstemming tussen gemeenten en schoolbesturen.
  • Gemeentelijke verantwoordelijkheid voor renovaties. Renovatie wordt gedefinieerd als een volwaardig alternatief voor nieuwbouw, met de gemeente als primaire verantwoordelijke, wat de verantwoordelijkheidsstructuur vereenvoudigt.
  • Vervallen van het investeringsverbod voor primair onderwijs. Instellingen voor primair onderwijs kunnen voortaan investeren vanuit een exploitatieoverschot, hetgeen hen meer financiële ruimte biedt, vergelijkbaar met het voortgezet onderwijs.

Ten opzichte van eerdere versies van het wetsvoorstel zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

  • De definitie van renovatie is aangepast om beter aan te sluiten bij de bouwregelgeving.
  • De zorgplicht voor een gezond binnenklimaat voor leerlingen is geschrapt, omdat deze als onuitvoerbaar werd beschouwd.
  • Gemeenten worden gecompenseerd voor de ambtelijke kosten van het opstellen van het IHP, zonder rekening te houden met extra personele inzet vanuit schoolorganisaties. 

Er worden geen nieuwe eisen gesteld aan de kwaliteit van schoolgebouwen, aangezien dit een onderwerp is dat naar de mening van het kabinet beter in de algemene bouwregelgeving kan worden behandeld. Door de behandelingstijd van de Tweede Kamer verwacht men dat de invoerdatum van 1 augustus 2025 niet haalbaar is, en men gaat uit van een invoering in 2026. Voor meer informatie, zie hier en zie hier.