Infinite Update – 12 mei 2022
Het is de hoogste tijd voor een nieuwe editie van Infinite Update. Onderstaand vatten wij al het nieuws samen dat in de meivakantie en in de aanloop daartoe verscheen. Dit gaat om nieuws dat betrekking heeft op de bedrijfsvoering en het financieel management in de sectoren onderwijs en opvang.
Word trainee in de onderwijssector!
Vier adviesbureaus in de onderwijssector die vooral complementair aan elkaar zijn (B&T, Fenom, Infinite Financieel en PentaRho) presenteren komend seizoen opnieuw hun succesvolle traineeprogramma. Het is een professioneel, leerzaam traject van september 2022 tot en met juni 2023 waarbinnen de ervaring en expertise van de vier bureaus wordt gedeeld. Ga voor meer informatie over het traineeship bij Infinite Financieel naar onze website. Solliciteren kan tot en met 15 mei 2022 via traineeworden.nl
Algemeen
Onderwijsakkoord: structurele investering in vermindering werkdruk in voortgezet onderwijs – 22 april 2022
Minister Wiersma (OCW), de onderwijsvakbonden, de PO-Raad en de VO-raad hebben op vrijdag 22 april een (onderhandelaars)akkoord gesloten over een structurele investering van € 1,5 miljard in het primair en voortgezet onderwijs. Een belangrijk deel van deze investering wordt gebruikt om de loonkloof tussen po en vo te dichten.
Primair onderwijs
De hoofdpunten voor het primair onderwijs uit het onderhandelaarsakkoord zijn:
- In de cao voor primair onderwijs worden voor werknemers in alle functies en alle onderwijssoorten nieuwe salarisschalen geïntroduceerd. Deze schalen zijn gelijk aan de schalen in het voortgezet onderwijs. Het jaarloon voor alle medewerkers wordt hierdoor in 2022 minimaal 4% hoger. Voor functies waarin de verschillen met het voortgezet onderwijs groter zijn, kan dit percentage hoger uitvallen.
- In de komende jaren werken de positieve effecten van dit akkoord door: grotere periodiekstappen en een hogere maximumbeloning in de schaal.
- De eindejaarsuitkering wordt verhoogd van 6,3% naar 8,33%.
- Voor functies en schalen waar in het voortgezet onderwijs een bindingstoelage bestaat, wordt deze overgenomen in de cao voor primair onderwijs.
- De beloning in primair en voortgezet onderwijs wordt daarmee gelijk aan elkaar.
- Voor directeuren en adjunct-directeuren gaat aanvullend een arbeidsmarkttoelage gelden voor de komende 5 jaar.
- Onderwijsondersteunend personeel behoudt de extra jaarlijkse uitkering, naast de procentuele en de nominale eindejaarsuitkering zoals die nu al in het voortgezet onderwijs geldt.
Voortgezet onderwijs
Voor het voortgezet onderwijs betekent dit akkoord dat er structureel € 442 miljoen extra wordt geïnvesteerd in de vermindering van werkdruk van leraren, in de kwaliteit en professionele ontwikkeling van schoolleiders en in het aanpakken van de grootste knelpunten bij scholen waar de optelsom van (achterstands)vraagstukken het meest urgent is. In het akkoord is afgesproken dat er jaarlijks € 300 miljoen extra wordt geïnvesteerd voor het verlagen van de werkdruk in het voortgezet onderwijs. Het geld komt beschikbaar voor de scholen nadat sociale partners een cao-afspraak hebben gemaakt over de kaders van de besteding. De gedachte hierbij is om aan te sluiten bij de werkdruksystematiek in het primair onderwijs, waarbij leraren, ondersteunend personeel en schoolleiders samen tot een goede en toegesneden besteding komen. Voor de professionele ontwikkeling van leraren komt er structureel € 53 miljoen per jaar extra vrij in het voortgezet onderwijs. Deze middelen bieden mogelijkheden voor extra professionalisering in het kader van het verbeteren van de basisvaardigheden en het implementeren van het herziene curriculum. Sociale partners gaan cao-afspraken maken over de wijze waarop de middelen besteed kunnen worden. Op basis van het akkoord wordt ook € 10 miljoen per jaar geïnvesteerd in de professionele ontwikkeling van schoolleiders.
Meer dan tienduizend kinderen gaan niet dagelijks naar school – 28 maart 2022
Minister Wiersma heeft de Tweede Kamer eind maart geïnformeerd over de verzuimcijfers van schooljaar 2020-2021. In de brief hierover schrijft hij: “In Nederland gaan 2,4 miljoen kinderen en jongeren dagelijks naar school. Voor meer dan tienduizend kinderen geldt dit helaas niet. Zij gaan voor kortere of langere tijd om verschillende redenen niet naar school en krijgen daarmee vaak niet genoeg mogelijkheden om zich te ontwikkelen”.
De brief toont een overzicht van de ontwikkelingen sinds schooljaar 2014-2015, in de categorieën ‘absoluut verzuim’, ‘langdurig relatief verzuim’ en ‘vrijstellingen 5 onder a’ (een artikel uit de Leerplichtwet). Jaarlijks vinden er tellingen plaats. Het aantal absoluut verzuimers (5.491) ligt 465 leerlingen lager dan in 2014-2015, maar wel weer bijna 1.000 leerlingen hoger dan in schooljaar 2017-2018 (4.515). Het aantal langdurig relatief verzuimers (3.328) ligt 688 leerlingen lager dan in 2014-2015. Van jaar tot jaar is er sprake van een (lichte) daling van het aantal langdurig relatief verzuimers. Het aantal vrijstellingen stijgt van jaar tot jaar en ligt met 7.083 ruim 2.000 hoger dan in 2014-2015.
In zijn brief kondigt de minister een nieuwe en aangescherpte aanpak aan. De opdracht uit het Coalitieakkoord om het aantal onnodig thuiszitters te verlagen is daarbij leidend. De komende maanden zal hij deze aanpak verder uitwerken.
Daarbij staan twintig maatregelen in drie actielijnen centraal:
- Ieder kind wordt gezien, doordat we aanwezigheid centraal stellen.
- Een echt passend aanbod bieden waar dat nodig is.
- Afstandsonderwijs inzetten voor kinderen en jongeren die geen onderwijs op school (kunnen) volgen.
De Staat van het Onderwijs 2022 – 13 april 2022
Jaarlijks presenteert de Inspectie van het Onderwijs haar gedegen en omvangrijke rapport De Staat van Onderwijs. Op 13 april 2022 verscheen de meest recente versie. Voor de eerste maal inclusief de ‘Financiële Staat van het onderwijs’, die voorheen apart verscheen. De financiële informatie is nu geïntegreerd in de informatie over het functioneren van de onderwijsbesturen.
De hoofdboodschap van het rapport is dat de jarenlange terugloop van de taal-, reken- en burgerschapsvaardigheden eindelijk een halt toegeroepen moet worden. Dat is niet alleen broodnodig om jongeren volwaardig mee te kunnen laten doen aan de maatschappij, stelt de Inspectie van het Onderwijs, maar het is ook haalbaar. Dit wordt onderbouwd aan de hand van voorbeelden uit andere landen én binnenlandse voorbeelden. De aanpak is: focus op basisvaardigheden, niet steeds weer nieuwe dingen vragen van het onderwijs en vooral veel aandacht voor het vergroten van de kennis en kunde van leraren. Daarvoor moet iedereen doelgericht samenwerken – van beleid en wetenschap tot bestuur en school.
Uit de informatie die het rapport geeft over het financieel beheer van onderwijsbesturen blijkt onder meer:
- het mogelijk bovenmatig eigen vermogen van besturen daalde in 2020;
- de intentie om dit af te bouwen is er, besturen vragen om tijd, ruimte en informatie;
- voorzichtig begroten is vaak de oorzaak van een hoog eigen vermogen;
- er is veel onzekerheid over effecten groot onderhoud en vereenvoudiging bekostiging;
- reserves worden vooral incidenteel ingezet;
- het aantal bestuurders met te hoge bezoldiging is afgenomen;
- meer accountantscontroles bleken niet toereikend.
In de rubriek ‘Samenwerkingsverbanden’ van deze editie van Infinite Update gaan we in op enkele conclusies die het rapport trekt ten aanzien van het financieel beheer van deze onderwijsbesturen.
Scholen moeten kinderen leren omgaan met geld – 19 april 2022
Ruim de helft (55%) van de ouders vindt dat de school een taak heeft om kinderen te leren goed met geld om te gaan. Dat blijkt uit onderzoek van de Volksbank, het moederbedrijf van SNS, ASN Bank, RegioBank en BLG Wonen. Het onderzoek biedt inzicht in hoe kinderen met geld omgaan en welke rol ouders daarbij spelen.
Uit het onderzoek komt naar voren dat vrijwel alle ouders (97%) het heel belangrijk vinden dat hun kind goed met geld kan omgaan. Tegelijkertijd blijkt dat 80% geen afspraken met hun kinderen maakt over hoeveel geld ze van hun zakgeld moeten sparen. Bijna 60% van alle kinderen tussen 4 en 12 jaar krijgt zakgeld. Dat gebeurt tegenwoordig geheel of gedeeltelijk digitaal.
De cijfers laten zien dat er over de hele linie nog volop te verbeteren valt waar het gaat om kinderen en geld. Zeker ook omdat er een enorme toename is van het aantal jongeren met schulden. Het is van groot belang dat kinderen al op jonge leeftijd goed leren omgaan met geld. Omdat financiële educatie niet standaard in het curriculum zit, heeft de bank in 2013 het educatieprogramma Eurowijs ontwikkeld. Eurowijs is een doorlopende leerlijn voor alle groepen van het basisonderwijs, het speciaal onderwijs en de onderbouwgroepen van het voortgezet onderwijs. Leerkrachten kunnen de lessen zelf geven of een van de bankmedewerkers inschakelen als gastdocent. Scholen en leerkrachten kunnen het materiaal kosteloos bestellen. Op www.eurowijskids.nl kunnen kinderen zelf aan de slag met het thema geld.
Brochure over vrijwillige ouderbijdrage – 15 april 2022
Het ministerie van OCW heeft een herziene versie gepubliceerd van de brochure over de vrijwillige ouderbijdrage. Ook is extra informatie over de ouderbijdrage.
Sinds 1 augustus 2021 is het wettelijk verboden om leerlingen uit te sluiten van extra activiteiten als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet hebben betaald. Het maakt daarbij niet uit of de ouders de bijdrage niet kunnen of niet willen betalen. De praktijk laat zien dat nog niet alle scholen zich hieraan houden.
De wetswijziging kan betekenen dat extra activiteiten anders moeten worden vormgegeven of niet door kunnen gaan. In de brochure staat onder meer dat ouders die de bijdrage niet betalen de school geen inzicht hoeven te geven in hun financiële situatie.
Ministerie van OCW, de PO-Raad en VO-raad bepleiten uitstel wijziging voorziening groot onderhoud – 13 april 2022
Het ministerie van OCW en de PO-Raad en VO-raad willen dat schoolbesturen de voorziening Groot onderhoud tot en met 2023 op dezelfde manier in de jaarcijfers kunnen verwerken als voor het kalenderjaar 2021. Ze hebben daarover een brief gestuurd aan de Raad voor de Jaarverslaggeving.
In 2020 werd bekend dat de voorziening Groot onderhoud per 2023 wordt gewijzigd. In de nieuwe situatie zal alleen de componentenmethode mogelijk zijn voor de opbouw van deze voorziening. Scholen en besturen moeten bovendien hun meerjarenonderhoudsplan beleidsrijk maken om tot een juiste opbouw te komen. De gewijzigde opbouw zal resulteren in een verschuiving van middelen van het eigen vermogen naar de voorziening.
OCW en de sectororganisaties geven nu aan dat schoolorganisaties onvoldoende tijd hebben om adequaat te anticiperen op deze wijziging. Daarom vragen ze de Raad voor de Jaarverslaggeving om respijt.
Handreiking onderwijs voor kinderen en jongeren uit Oekraïne, inclusief de bijbehorende bedrijfsvoering – 21 april 2022
De Rijksoverheid heeft een handreiking gemaakt voor de opvang van vluchtelingen. De handreiking is bedoeld voor schoolbesturen en gemeenten. Dit is de tweede versie van de handreiking. Het document wordt de komende periode waar nodig aangevuld en geactualiseerd. Op pagina 10 tot en met 15 komen ook aspecten die te maken hebben met bedrijfsvoering en governance aan de orde.
Bijeenkomsten
15 jaar Infinite Financieel – Finance Festival – Toekomstbestendige bedrijfsvoering in 1 dag!
Sinds 2007 ondersteunt, stimuleert en inspireert Infinite Financieel organisaties om een goede bedrijfsvoering en gedegen financieel management te realiseren.
Op 23 juni 2022 vieren we ons 15 jarige bestaan. Ter gelegenheid daarvan organiseren we een Finance Festival waarin alles over toekomstbestendige bedrijfsvoering aan bod komt in 1 dag. De verbinding tussen de bedrijfsvoering en de realisatie van onderwijskundige doelen staat daarbij centraal. Controllers, overige financials, bestuurders, toezichthouders en managers uit de sectoren onderwijs en opvang nodigen wij van harte uit deel te nemen aan ons jubileumcongres.
De dag start met een inspirerende lezing door Marc Mittelmeijer. Zijn boodschap is dat ook de bedrijfsvoering bepalend is voor de successen die organisaties boeken in het bereiken van hun strategische en onderwijskundige doelstellingen. Mittelmeijer was bestuurder bij diverse organisaties in het primair en voortgezet onderwijs. Thans is hij voorzitter College van Bestuur van CVO Rotterdam.
Daarna kunt u deelnemen aan workshops naar keuze. U heeft daarbij de keus uit een breed scala aan workshops verzorgd door wetenschappers en praktijkmensen, met thema’s als:
- Bedrijfsvoering als integrale verantwoordelijkheid van toezichthouders, bestuurders én professionals.
- Strategisch HRM bij krimp en fusie.
- Onder één dak: de uitdagingen van de bedrijfsvoering van organisaties voor onderwijs én opvang.
- Kansengelijkheid in het perspectief van het pamflet ‘De toekomst van het onderwijs’.
- Data: de basis voor beleid, grip, sturing en verantwoording.
- Risicobeheersing of no risk no fun.
- Help! Ik moet als toezichthouder de doelmatigheid bewaken! Maar hoe doe ik dat?
- Leren van andere sectoren en organisaties. Next level: van business control naar concern control.
- Onderwijshuisvesting: sturen op kwaliteit, of toch op geld?
- Leren door verantwoorden: de verantwoordingsscan helpt!
- De toenemende juridisering vraagt om actie van organisaties in onderwijs en opvang.
- Planning & Control: feestje of verplicht nummer?
- Hoe blockchain-technology bedrijfsvoeringsprocessen in de sectoren onderwijs en opvang gaat veranderen en verbeteren.
- De kansen en risico’s van digitalisering van het onderwijs.
Zie voor meer informatie over de workshops de speciale editie van Infinite Update van Het inhoudelijke deel van de dag wordt plenair afgesloten, waarna de deelnemers kunnen genieten van hapjes en drankjes.
Enthousiast geworden? Aanmelden kan via onze website.
Controllersnetwerken po en vo
De eerstvolgende reguliere bijeenkomsten van onze controllersnetwerken vinden plaats in september 2022. Het programma wordt later bekend gemaakt. Op 23 juni 2022 is er een speciale bijeenkomst. U las hierover in het vorige bericht.
Voortgezet onderwijs
Definitieve bedragen NPO en arbeidsmarkttoelage 2022-2023 vo bekend – 22 april 2022
Het ministerie van OCW heeft via NPOnderwijs.nl de definitieve bedragen bekend gemaakt voor het Nationaal Programma Onderwijs en de arbeidsmarkttoelage 2022-2023. Beide regelingen zullen naar verwachting in juni formeel worden gepubliceerd. De bedragen voor komend schooljaar vallen voor het voortgezet onderwijs hoger uit dan het afgelopen schooljaar. Hoewel het gaat om de bekostiging van schooljaar 2022-2023 is eerder al besloten dat de besteding ervan indien nodig kan worden uitgesmeerd over de twee schooljaren erna tot en met 2024-2025.
Opnieuw is er een vast bedrag per leerling beschikbaar en wordt dit bedrag met 50% opgehoogd voor leerlingen in het praktijkonderwijs en leerjaar 3 en 4 van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo. Het aantal leerlingen wordt uiterlijk in november 2022 vastgesteld en berekend op basis van het door de accountant gevalideerde aantal leerlingen per 1 oktober 2021.
Scholen met veel leerlingen met een hoger risico op een onderwijsachterstand ontvangen daarnaast een extra bedrag. Dat bedrag is voor schooljaar 2022-2023 substantieel opgehoogd.
Op de website van NPOnderwijs.nl is een rekentool geplaatst waarmee scholen kunnen zien op welk bedrag zij in totaal kunnen rekenen.
De omvang van de aanvullende achterstandsmiddelen wordt bepaald aan de hand van het aantal punten achterstandsscore dat wordt berekend door het CBS en is daarmee gelijk aan de methodiek die vorig jaar voor deze NPO middelen is gebruikt. Door uit te gaan van de nieuwe leerlingtelling van 1 oktober 2021 kan de achterstandsscore afwijken ten opzichte van de score van vorig jaar.
Daarnaast zijn er voor het tweede achtereenvolgende jaar zijn er ook middelen beschikbaar gesteld om personeel op 15% van de scholen met de relatief hoogste achterstandsscore ruimer te belonen. De scholen (vestigingen) die hiervoor in schooljaar 2022-2023 in aanmerking komen zijn dezelfde als in schooljaar 2021-2022. Deze arbeidsmarkttoelage is bedoeld voor alleen schooljaar 2022-2023.
Extra middelen voor scholen met een breed onderwijsaanbod op campus op aanvraag – 29 april 2022
De regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden wordt uitgebreid. Het ministerie van OCW heeft de regeling op 29 april gepubliceerd. De nieuwe regeling is er voor scholen die op een campus als twee vestigingen zijn georganiseerd, maar wel in dezelfde mate een gezamenlijke bijdrage leveren aan het tegengaan van segregatie als een brede school op één locatie. Aanvragen voor kalenderjaar 2022 moeten voor 1 juni worden gedaan, in volgende jaren is de uiterste aanvraagtermijn voor 1 mei. Aanvragen verlopen via dus-i.nl.
Het bedrag dat het bevoegd gezag voor zo’n campus kan aanvragen is gelijk aan het bedrag dat scholen ontvangen indien het brede aanbod op één vestiging wordt aangeboden (2022: € 227.160,97). Er is gekozen voor een aanvraagregeling, omdat het niet mogelijk is om deze voorwaarden geautomatiseerd te toetsen.
Voor een succesvolle aanvraag is het dus wel van belang dat de vestigingen dicht bij elkaar liggen en de leerlingen van vbo tot en met vwo elkaar daadwerkelijk ontmoeten in de schoolgebouwen. Concreet betekent dit:
- de twee vestigingen moeten dicht bij elkaar gelegen zijn op hemelsbreed een gemeten afstand van maximaal 300 meter;
- de leerlingen van vbo tot en met vwo komen samen in reguliere onderwijstijd. Dit wordt aangetoond door:
– de onderbouw van het vbo tot en met het vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen of;
– de bovenbouw van het vbo tot en met het vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen of;
– het bevoegd gezag toont aan dat minimaal 50% van de leerlingen minimaal 20% van hun
onderwijstijd onderwijs volgt op beide vestigingen.
Beslissingen op de aanvragen worden uiterlijk op 1 augustus genomen en bij toekenning volgt bekostiging in november. De beschikking geldt tot en met het jaar 2026. De regeling wordt voor het einde van 2026 geëvalueerd waarbij zal worden gekeken of de criteria voldoen en of er aanpassingen moeten komen in de regeling.
Primair onderwijs
Definitieve bedragen NPO en arbeidsmarkttoelage 2022-2023 po bekend – 22 april 2022
Het ministerie van OCW heeft via NPOnderwijs.nl de definitieve bedragen bekend gemaakt voor het Nationaal Programma Onderwijs en de arbeidsmarkttoelage 2022-2023. Beide regelingen zullen naar verwachting in juni formeel worden gepubliceerd. Voor het primair onderwijs gaat het om de volgende bedragen:
- een bedrag per leerling: basisonderwijs € 500, speciaal basisonderwijs € 750 en (voortgezet) speciaal onderwijs € 1.000;
- scholen met veel leerlingen met risico op onderwijsachterstand: € 463,78 per achterstandspunt, scholen voor speciaal onderwijs € 989,60 per cumi-leerling;
- 15%-vestigingen met grootste relatieve risico’s op onderwijsachterstanden: arbeidsmarkttoelage € 1.058,10 per leerling (bao en sbo), het (voortgezet) speciaal onderwijs in deze categorie ontvangt € 2.219,04 per leerling;
nieuwkomers: maximaal € 10.909,17 in 1e jaar, € 1.640 in 2e, 3e en 4e jaar (speciaal onderwijs € 3.399,22 in 1e, 2e, 3e en 4e jaar).
De informatietool van het ministerie toont de precieze bedragen per school. Het totaalbedrag per school is gebaseerd op het leerlingenaantal van 1 oktober 2021.
Herverdeeleffectenmodel vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs geactualiseerd – 6 april 2022
Het ministerie van OCW heeft het herverdeeleffectenmodel voor de vereenvoudiging van de bekostiging primair onderwijs onlangs bijgewerkt. Met dit actuele model van OCW kunnen schoolorganisaties een indicatie van het herverdeeleffect van de vereenvoudiging van de bekostiging berekenen. De basis van het geactualiseerde model is de leerlingtelling en (voorlopige) GGL op 1 oktober 2021.
De PO-Raad heeft er een bericht aan gewijd. De werkelijke herverdeeleffecten voor de schoolorganisaties in het primair onderwijs kunnen nog wijzigen ten opzichte van deze indicatie, omdat de feitelijke berekening plaatsvindt op basis van de teldatum 1 februari 2022. Ook zijn bepaalde budgetten uit bijvoorbeeld het coalitieakkoord nog niet toegevoegd en kan de gemiddelde gewogen leeftijd van de leraren (GGL) nog veranderen als gevolg van de accountantscontrole.
Door middel van een overgangsregeling beweegt een schoolbestuur in drie kalenderjaren (2023, 2024 en 2025) toe naar de nieuwe hoogte van de bekostiging. In een handreiking wordt de overgangsregeling apart toegelicht voor scholen in het basisonderwijs, in het speciaal basisonderwijs en in het (voortgezet) speciaal onderwijs (de zogenaamde cluster 3- en 4-scholen).
Kinderopvang
Tegemoetkoming voor ouders die de kinderopvang volledig zelf betalen – 29 april 2022
Ouders die de kinderopvang zelf betalen en de facturen van de bso tijdens de derde sluiting (21 december 2021 tot en met 9 januari 2022) bleven doorbetalen, kunnen binnenkort de tijdelijke tegemoetkomingsregeling zonder overheidsvergoeding (TTKZO) aanvragen. Dat meldt de Rijksoverheid in de recente Nieuwsbrief Kinderopvang. In het najaar van 2022 kunnen ouders/verzorgers die de kosten van kinderopvang volledig zelf dragen een aanvraag indienden bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor deze tegemoetkoming over de doorbetaalde facturen tijdens de derde bso-sluiting. Meer informatie volgt zo spoedig mogelijk.
Ouders die tijdens de derde sluitingsperiode gebruik hebben gemaakt van de buitenschoolse opvang via de gemeentelijke regeling sociaal medische indicatie (SMI) en hun eigen bijdrage hebben doorbetaald, kunnen voor de tegemoetkoming van de eigen bijdrage terecht bij de eigen gemeente.
Kinderopvang blij met onderzoek naar financiering – 27 april 2022
Kinderopvangpartijen zijn blij dat er onderzoek komt naar de verschillende financieringsvormen in de kinderopvang. Minister Karien van Gennip (SZW) kondigde het onderzoek aan na verschillende Kamervragen over de rol van private equity in de kinderopvang aan het adres van de minister. De kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang is goed, ook bij organisaties die gefinancierd worden met private equity, stelde de minister onlangs in antwoord op Kamervragen. ‘Voor mij is het primair van belang dat kinderopvang veilig, gezond en pedagogisch verantwoord is en blijft, ongeacht wie de eigenaar is van de kinderopvangorganisatie.’
Wel zegt zij de zorgen van de Tweede Kamer te delen dat belastinggeld verdwijnt in de zakken van grote private equity partijen. Reden om de rol van de verschillende financieringsvormen in de kinderopvang te onderzoeken.
Een deel van de kinderopvangsector en de Tweede Kamer dringt aan op een verbod op winstuitkeringen. Hierover schrijft Van Gennip: ‘Het idee dat belastinggeld niet ten goede zou komen aan de kinderopvang, maar zou uitstromen als overwinst naar private equity partijen, vind ik ook niet wenselijk’.
Met de komende stelselwijziging, waarbij kinderopvang vrijwel gratis wordt, zal er nog meer overheidsgeld naar de sector vloeien, zo’n € 2,2 miljard extra. Daarom vindt zij het belangrijk dat er goed gekeken wordt waar dat geld naartoe gaat. Volgens Van Gennip zal het onderzoek naar de financieringsvormen van kinderopvangorganisaties zeker een half jaar duren.
50.000 extra medewerkers nodig in de kinderopvang – 29 april 2022
Kinderopvang werkt! presenteerde onlangs de resultaten van een verkenning van de arbeidsmarkt in de kinderopvang. De verkenning eindigt met een arbeidsmarktprognose. Kinderopvang werkt! is de samenwerking van werkgeversorganisaties Brancheorganisatie Kinderopvang en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang met de werknemersorganisaties FNV Zorg & Welzijn en CNV Zorg & Welzijn. Uit het onderzoek blijkt dat er de komende vijf jaar 32.000 extra medewerkers nodig zijn in de kinderopvang. Vooruitkijkend naar 2031 zijn dat er maar liefst 50.000.
De verkenning schetst een beeld van ontwikkelingen op gebied van economie, arbeidsmarkt, politiek, klimaat, technologie, demografie en samenleving. Daarna volgt de nieuwste arbeidsmarktprognose.
Uit de prognose blijkt dat er de komende vijf jaar 32.000 extra medewerkers nodig zijn. 9.000 extra medewerkers zijn nodig door een toename van het aantal baby’s en 23.000 extra medewerkers door het nieuwe beleid in het coalitieakkoord. Van 2028 tot eind 2031 verwacht het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ook een groei van het aantal nieuwgeboren kinderen. Ook van die groep zullen ouders vaker kiezen voor kinderopvang, omdat kinderopvang voor werkende ouders bijna gratis wordt. In totaal zullen er daarom eind 2031 ongeveer 50.000 extra medewerkers nodig zijn.
Deze verkenning laat ook zien dat alleen inzetten op het meer opleiden van werknemers onvoldoende effect heeft. In 2020 haalden 4.850 leerlingen een diploma pedagogisch medewerker 3 of 4. Voor 2022 verwacht Kinderopvang Werkt! dat 5.500 leerlingen een diploma halen.
Samenwerkingsverbanden passend onderwijs
Handreiking vangnetbepaling go-scholen (aanvullende bekostiging vanuit samenwerkingsverbanden aan go-scholen bij meer dan gemiddelde toename aantal leerlingen na 1 februari) – 21 april 2022
Samenwerkingsverbanden passend onderwijs po en vo moeten als gevolg van de vereenvoudiging bekostiging po een vangnetbepaling voor aanvullende bekostiging in hun ondersteuningsplan opnemen. Deze vangnetbepaling is er voor scholen voor gespecialiseerd onderwijs (go-scholen) die te maken krijgen met een meer dan gemiddelde toename in het aantal leerlingen na 1 februari. Een werkgroep (bestaande uit: PO-Raad, de VO-raad, de Sectorraad GO, het Netwerk LPO en de Sectorraad swv vo) heeft op initiatief van het Steunpunt Passend Onderwijs een handreiking voor de vangnetbepaling opgesteld.
Naast de handreiking is er ook een instructie en een rekentool gemaakt voor de uitvoering. Door deze vangnetbepaling toe te passen hoeven swv’s niet allemaal een eigen vangnetbepaling te bedenken en hebben go-scholen landelijk met gelijke regels te maken. Samenwerkingsverbanden die momenteel (voor 1 mei) een nieuw ondersteuningsplan indienen kunnen daarbij wellicht nog aangeven dat later dit jaar in een addendum de vangnetbepaling wordt toegevoegd na instemming van de OPR.
Onder meer op de website van het Steunpunt passend onderwijs zijn de ontwikkelde handreiking en alle bijbehorende documenten geplaatst.
De Staat van het Onderwijs 2022 – 13 april 2022
Jaarlijks presenteert de Inspectie van het Onderwijs haar gedegen en omvangrijke rapport De Staat van Onderwijs. Op 13 april 2022 verscheen de meest recente versie.Voor de eerste maal inclusief de ‘Financiële Staat van het onderwijs’, die voorheen apart verscheen. De financiële informatie is nu geïntegreerd in de informatie over het functioneren van de onderwijsbesturen. In de rubriek ‘Algemeen’ van deze editie van Infinite Update hebben we een algemene samenvatting van het rapport gegeven. In dit bericht staat we stil bij die conclusies die de inspectie trekt over het financieel beheer van samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
- De mate van inclusie bepaalt de financiële mogelijkheden
De financiële continuïteit van samenwerkingsverbanden is tot dusverre op orde. Samenwerkingsverbanden kunnen dus op de korte termijn aan hun financiële verplichtingen voldoen. Maar de beschikbare middelen van samenwerkingsverbanden (na aftrek van de kosten voor het (voortgezet) speciaal onderwijs) worden minder omdat het totaal aantal leerlingen krimpt en de aantallen leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs weer iets stijgen. Voor de eerste keer zijn dat weer meer leerlingen dan bij de invoering van passend onderwijs in 2014. Voor samenwerkingsverbanden geldt dat als zij onvoldoende geld zouden hebben om hun taken uit te voeren, de aangesloten schoolbesturen bijdragen vanuit hun eigen financiële middelen. In dat geval kunnen de schoolbesturen zelf minder geld inzetten voor extra ondersteuning in de reguliere scholen.
- De inzet van middelen passend onderwijs verandert, het effect is onduidelijk
Een groter aandeel van het geld dat samenwerkingsverbanden ontvangen, wordt doorgezet naar de aangesloten schoolbesturen, vooral in het voortgezet onderwijs: van 65,7 procent in 2017 naar 78,8 procent in 2020. Bij samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs blijft het doorzetten van middelen naar schoolbesturen de laatste jaren redelijk stabiel (van 77,7 procent in 2017 naar 76,2 procent in 2020). Wat het effect hiervan is en of de leerlingen hier ook van profiteren blijkt niet uit de jaarverslagen van schoolbesturen en samenwerkingsverbanden. Concretere doelen die verbonden worden aan de inzet van de middelen en nadrukkelijker sturen op verantwoording is daarvoor nodig. In 2022 start de inspectie een onderzoek naar het zicht en de sturing op een doelmatige besteding van de middelen voor passend onderwijs en de verantwoording daarover.
- Samenwerkingsverbanden bouwen reserves af
Ook bij samenwerkingsverbanden is sprake van (mogelijk) bovenmatige reserves. Bij samenwerkingsverbanden moeten die, conform een opgesteld Sectorplan, voor eind 2023 zijn afgebouwd. In 2020 is hierin een eerste stap gezet. Het eigen vermogen van samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs is gedaald van € 115 miljoen eind 2019 naar € 103 miljoen eind 2020. Het eigen vermogen van samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs is gedaald van € 144 miljoen eind 2019 naar € 133 miljoen eind 2020. Als belangrijkste bestedingsdoel geven samenwerkingsverbanden po en vo het voortzetten van huidige activiteiten op (ongeveer 30 procent in 2021, ongeveer 18 procent 2023). Daarnaast wordt er vaak gekozen voor verbetering van de basisondersteuning, met een oplopend percentage in de komende jaren. Wat de bestedingsdoelen concreet betekenen voor de kansen en mogelijkheden voor leerlingen is niet bekend. Het is daarom van groot belang dat samenwerkingsverbanden zicht hebben op de besteding van de middelen (en of dit conform de bestedingsdoelen is gedaan), nagaan wat de bereikte resultaten zijn en zich hier vervolgens goed over verantwoorden.
Samenwerkingsverbanden vo ontvangen opnieuw NPO gelden – 22 april 2022
Het budget van samenwerkingsverbanden vo voor lichte en zware ondersteuning wordt tijdelijk verhoogd. Dit blijkt uit een publicatie op npoonderwijs.nl.
Deze verhoging is bedoeld om het langere verblijf op te vangen van leerlingen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, bijvoorbeeld doordat er geen stage gevonden kon worden. Het langere verblijf van deze leerlingen zorgt voor extra kosten voor samenwerkingsverbanden, waardoor minder budget overblijft voor de ondersteuning van leerlingen op andere vo-scholen. De samenwerkingsverbanden vo krijgen daarom extra budget op basis van de leerlingtelling op 1 oktober 2021. Voor samenwerkingsverbanden po wordt het budget niet opgehoogd, omdat daar niet de verwachting is dat leerlingen op het speciaal (basis)onderwijs een langer verblijf hebben.
Het extra budget voor samenwerkingsverbanden vo voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs is verwerkt in de bekostiging door ophoging van het bedrag per vo-leerling voor zware ondersteuning met € 17,64. Dit bedrag wordt in schooljaar 2022-2023 maandelijks uitbetaald vanaf augustus 2022.
Het extra budget voor leerlingen in het praktijkonderwijs wordt verdeeld via een bedrag per pro-leerling van € 237,67. Dit bedrag wordt in schooljaar 2022-2023 vanaf september 2022 maandelijks uitbetaald, waarbij in de 1e maand ook de betaling voor augustus meegaat.
Stemmingen over moties debat passend onderwijs – 19 april 2022
In het debat in de Tweede Kamer over de voortgangsrapportage passend onderwijs op 30 maart 2022 is een aantal moties ingediend. Onderstaand overzicht toont de afwikkeling.
- De motie over het opschorten van de herziening en verbetering van het stelsel voor onderwijs aan zieke leerlingen is aangehouden.
- De motie die vraagt te regelen dat scholen bij nieuw- of verbouw altijd moeten voldoen aan de Europese normen voor toegankelijkheid en dat bij tussentijds onderhoud toegankelijkheid altijd moet worden meegenomen is aangenomen.
- De motie die de regering vraagt onder meer te sturen op zwaarwegende prioriteiten voor passend onderwijs is aangenomen. Deze motie stelt dat het kabinet nadrukkelijk moet sturen op zwaarwegende prioriteiten voor passend onderwijs en niet op secundaire doelen (niet alle 25 verbeterpunten passend onderwijs tegelijkertijd aanpakken), zodat scholen de nodige rust krijgen om acute problemen aan te pakken, zoals het lerarentekort en de opbrengsten van het onderwijs in de basisvakken.
- Een motie over het voortbestaan van De Monnikskap, als voorbeeld van inclusief onderwijs, is aangenomen.
- Een motie die pleitte voor een onderzoek naar het niet langer bekostigen van denominatief leerlingenvervoer werd tijdens het debat ingetrokken.
In het debat gaf de minister, in reactie op een vraag over de landelijke norm voor basisondersteuning, aan dat in 2023 een norm wordt ingevoerd voor dyslexie, hoogbegaafdheid en executieve functies.
Schoolloopbanen van nieuwkomers en leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte vragen intensievere aandacht – 1 mei 2022
Op de website van het Steunpunt Passend Onderwijs is informatie gebundeld over leerlingen die meer dan gemiddeld hobbels ervaren in hun schoolloopbaan. Het bericht presenteert allereerst een aantal feiten. Vervolgens wordt gewezen op brochures, factsheets en handreikingen met tips.
Stand van zaken 15 proeftuinen arrangementen onderwijs en zorg – 14 april 2022
Over de combinatie van onderwijs en zorg bestaan veel vragen. Wat mag wel en wat niet, welke ruimte bieden de wetten en hoe zit het met financiering? Ondertussen ontstaan in de praktijk steeds meer onderwijszorgarrangementen in veel verschillende varianten. De ministeries OCW en VWS zijn medio 2021 gestart met 15 onderwijszorgarrangementen als proeftuin, waarin de ruimte in de huidige wet- en regelgeving optimaal wordt benut. Met de input uit de proeftuinen wordt een experiment ingericht waarin meer ruimte in wet- en regelgeving wordt gecreëerd. De proeftuinen lopen tot juni 2022.
Inmiddels is over de stand van zaken in de proeftuinen een derde nieuwsbrief uitgebracht.