Groot onderhoud: aandachtpunten voor de jaarrekening
Het vormen van een onderhoudsvoorziening is één van de manieren om de kosten van groot onderhoud te verwerken. Twee andere methoden zijn de zogenaamde componentenmethode en het verwerken via de baten en de lasten. Laatstgenoemde methode mag in de jaarrekening 2019 niet meer worden toegepast, zo is gepubliceerd in de Staatscourant.
Eén van de twee resterende methoden is de componentenmethode. In deze methode worden de kosten van groot onderhoud geactiveerd en afgeschreven, een vorm die getypeerd kan worden als sparen achteraf.
De andere resterende methode is de vorming van een onderhoudsvoorziening, een vorm die getypeerd kan worden als sparen vooraf. In 2017 hebben accountants aangekaart dat zij van mening zijn dat bepaalde schoolbesturen de vorming van de onderhoudsvoorziening niet juist toepassen. Zij middelen meerjarig alle uitgaven en voegen dat gemiddelde bedrag toe aan hun voorziening. De Regeling Jaarverslaggeving (RJ) schrijft echter een gedetailleerde opbouw van de voorziening voor, namelijk per onderdeel. Schoolbesturen die de grofmazige methode nog toepassen mogen dit tot en met jaarrekening 2020 via een overgangsregeling blijven doen. Schoolbesturen die voorheen de lasten van groot onderhoud rechtstreeks via de staat van baten en lasten lieten verlopen, moeten direct kiezen voor ofwel de componentenbenadering (activeren en afschrijven) ofwel voor een onderhoudsvoorziening op de wijze die de RJ voorschrijft.
Het zonder meer toepassen van de (verfijnde) methode van de RJ roept bij veel schoolbesturen weerstand op, vooral in de praktische uitvoerbaarheid op korte termijn en het effect op eigen vermogen (de voorziening zal namelijk substantieel hoger worden). Afgesproken is dat de OCW en de RJ samen met de sectorraden in de komende maanden in een werkgroep een onderzoek uitvoeren en advies uitbrengen over hoe hiermee om te gaan. Doel is om te komen tot een verwerkingswijze die aansluit bij de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving waarbij rekening wordt gehouden met onderwijssector-specifieke aspecten. Het advies van de werkgroep is voorzien voor het voorjaar van 2020.