Meer keuzevrijheid in pensioenstelsel
De Eerste Kamer heeft op 12 januari 2021 het wetsvoorstel ‘Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ met algemene stemmen aangenomen. Het wetsvoorstel maakt onderdeel uit van het pensioenakkoord. Samengevat draait het om vier voorstellen.
- Versoepeling Regeling vervroegde uittreding
Het wordt voor werkgevers mogelijk om met oudere werknemers afspraken te maken over eerder stoppen met werken, zonder dat daar een heffing over betaald moet worden. Van 2021 tot en met 2025 betalen werkgevers geen heffing over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing) tot een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW. Voorwaarde hiervoor is dat uittreding plaatsvindt in de laatste drie jaar voor de AOW-leeftijd. De regeling is 1 januari 2021 ingegaan.
- Duurzame inzetbaarheid
De Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) gaan van start. Met deze subsidieregeling ondersteunt het kabinet sectoren die investeren in de duurzame inzetbaarheid. De regeling biedt ook subsidie voor uitkeringen van werkgevers aan werknemers die het niet volhouden tot de AOW-leeftijd, bijvoorbeeld vanwege de zwaarte van het werk. De subsidieregeling start op 1 februari 2021 en loopt tot en met 2025.
- Verruiming verlofsparen
Om werknemers meer mogelijkheden te bieden eerder te stoppen met werken wordt per 1 januari 2021 het aantal weken belastingvrij verlofsparen verdubbeld. Een werkgever kan extra verlof toezeggen door bijvoorbeeld overwerk of ploegendiensten (deels) te belonen met extra verlofopbouw. Spaart een werknemer meer dan vijftig verlofweken, dan moet de werkgever nu direct loonheffing afdragen. Het verhogen van deze grens naar honderd weken geeft werknemers meer mogelijkheden om eerder te stoppen met werken of tussentijds langere periodes niet te werken.
- Bedrag ineens bij pensionering
Deelnemers krijgen per 1 januari 2023 het recht om bij pensionering maximaal tien procent van de waarde van het opgebouwde ouderdomspensioen op te nemen als bedrag ineens. De resterende levenslange pensioenuitkering gaat na opname naar evenredigheid omlaag. Het bedrag ineens is vrij besteedbaar en biedt deelnemers de mogelijkheid om keuzes te maken die passen bij hun persoonlijke situatie. Op de pensioeningangsdatum kan een deelnemer er voor kiezen om een bedrag ineens op te nemen op de pensioeningangsdatum of in februari volgend op het jaar waarin de AOW-datum wordt bereikt. De ingangsdatum 1 januari 2023 is gekozen om een goede uitvoerbaarheid vanuit de overheid te kunnen garanderen.