OCW publiceert eerste regeling personele bekostiging 2021 – 2022, niveau vooralsnog gelijk aan de huidige regeling

De eerste regeling personele bekostiging 2021-2022 is gepubliceerd.

Deze regeling is ook van belang voor de samenwerkingsverbanden passend onderwijs vo, omdat zij te maken hebben met het voortgezet speciaal onderwijs dat onder het primair onderwijs valt.
De Regeling personele bekostiging po heeft altijd betrekking op een schooljaar en de betreffende regeling verschijnt altijd driemaal: vóór aanvang, kort na aanvang en na afloop van het betreffende schooljaar. Hieruit volgt dat de verschillende jaargangen van deze regeling zich gedeeltelijk parallel aan elkaar ontwikkelen (nu is verschenen de eerste versie van de regeling 2021-2022, de laatste versie van de regeling 2020-2021 zal straks in het najaar nog verschijnen, ongeveer gelijktijdig met de tweede versie van de regeling 2021-2022). In de verschillende versies van de regeling worden onder meer ontwikkelingen in loon- en premiepeil verwerkt. De indexatie 2021 als gevolg van de referentiesystematiek is nog niet in deze eerste versie van de regeling opgenomen (zoals gebruikelijk).

Voor uw eindejaarsprognoses 2021 en begrotingen 2022 is het van belang goed te documenteren op basis van welke regeling(en) u de begroting maakt, zodat de eindejaarsprognoses goed kunnen aansluiten op de in de begroting gehanteerde versie en de indexaties – die doorgaans met terugwerkende kracht bij voorjaarsnota worden vastgesteld door de minister van OCW – op correcte wijze kunnen worden verwerkt.

Hierbij wordt opgemerkt dat vorig jaar 0,65% van de structurele ophoging conform referentiesystematiek 2020 eenmalig is besteed in 2020 aan een eenmalige ophoging van de eindejaarsuitkering. De cao voor dit jaar is nog niet vastgesteld, het permanent maken van deze hogere eindejaarsuitkering uit de referentieruimte van 2020 is echter wel onderwerp van gesprek, hier dient u in uw prognoses 2021 rekening mee te houden. De referentieruimte 2021 is allereerst bedoeld om de stijging van de werkgeverslasten in 2021 mee te dekken, het resterende deel kan worden ingezet voor de cao. Doordat de cao nog niet is afgesloten is de exacte doorwerking nog onzeker.

Per 1 augustus 2021 wordt een deel van de prestatiebox-middelen toegevoegd aan de middelen voor personeels- en arbeidsmarktbeleid. 

Circa de helft van de prestatiebox wordt toegevoegd aan de lumpsum en ongeveer de andere helft wordt verstrekt voor professionalisering en begeleiding startende leraren en schoolleiders. Hiermee is de prestatiebox in de reguliere regeling bekostiging vervallen. Het vrijgevallen budget wordt als volgt verdeeld:

  • het bedrag per leerling voor personeel en arbeidsmarkt wordt verhoogd met € 107,59 per leerling, waarvan € 16,48 per leerling is bestemd voor cultuureducatie; 
  • voor de regeling professionalisering en begeleiding startende leraren en schoolleiders wordt een bedrag van € 92,06 per leerling in de regeling opgenomen.

De regeling professionalisering en begeleiding starters en schoolleiders, zoals onder de tweede bullet vermeld, geldt voor de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023. Het betreft wel structureel budget voor de sector po, maar de systematiek van toekenning na 2023 is nog niet duidelijk. Voor de inzet van deze middelen moet een bestedingsplan ter instemming worden voorgelegd aan P-MR, nadat hierover gesprek heeft plaatsgevonden met bestuur, schoolleider en teams. Er bestaat veel vrijheid m.b.t. de inzet van deze middelen. Er kan bijvoorbeeld voor worden gekozen om de middelen op bestuursniveau in te zetten, wanneer dan meer bereikt kan worden op het gebied van professionalisering en begeleiding van startende leraren en schoolleiders.

Het bedrag per leerling voor het verminderen van de werkdruk is onderdeel van het bedrag per leerling voor personeels- en arbeidsmarktbeleid. In de eerste regeling bekostiging 2021-2022 zijn de bedragen per leerling  als volgt vastgesteld:

  • € 252,78 per leerling bao;
  • € 397,17 per leerling sbo ;
  • € 505,56 per leerling (v)so.

Eerder zijn de middelen om de werkdruk te verminderen uit 2023 en verder naar voren gehaald middels een kasschuif, om zo in de periode 2020-2022 meer middelen beschikbaar te kunnen stellen, vanwege de urgentie van deze problematiek. De PO-Raad geeft aan dat OCW voornemens is om het tekort dat op deze manier in de begroting vanaf 2023 is ontstaan op een andere manier op te vullen, waardoor deze middelen waarschijnlijk op niveau zullen blijven. Dit is echter nog niet definitief.