Omvang generieke korting én indexatie 2023 bekend – 2 oktober 2023

In een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Paul inzage gegeven in de omvang van de generieke korting in kalenderjaar 2023 op de bekostiging van samenwerkingsverbanden. Ook is een indicatie afgegeven van het indexatiebedrag waarop samenwerkingsverbanden dit jaar nog kunnen rekenen. De minister geeft in haar brief de bedragen op macro (landelijk) niveau. In een op 2 oktober 2023 aan alle samenwerkingsverbanden passend onderwijs po en vo verstuurde brief zijn ook de bedragen op leerlingniveau bekend gemaakt. In dit bericht vatten wij beide publicaties voor u samen.

Landelijk wordt er € 31,5 miljoen gekort op de bekostiging zware ondersteuning van de samenwerkingsverbanden po en vo. In het po bedraagt de korting € 13,50 per leerling, in het vo € 12,50. De generieke korting wordt bij elk samenwerkingsverband toegepast, ongeacht de vermogenspositie. Indien vervolgens blijkt dat het samenwerkingsverband op 31 december 2022 geen bovenmatig publiek vermogen had of dat de korting ertoe leidt dat het eigen vermogen onder de signaleringswaarde komt, wordt via een andere beschikking een compensatiebedrag toegekend, dat de korting geheel of gedeeltelijk ongedaan maakt. Met deze compensatiemaatregel is op macro niveau € 11,6 miljoen gemoeid. Daarvan komt een relatief groot deel bij de samenwerkingsverbanden vo terecht. Het totaalvolume van het bovenmatig vermogen per 31-12-2022 blijkt in het po groter te zijn dan in het vo.

Naast deze korting op de eerder gepubliceerde tarieven, vindt er ook een verhoging van de bekostigingsbedragen plaats in verband met indexatie. Deze indexatie is op macroniveau € 34 miljoen voor de samenwerkingsverbanden po (we schatten in zo’n € 23 per leerling) en zo’n € 35 miljoen voor de samenwerkingsverbanden vo (we schatten in zo’n € 37 per leerling). Dit betekent per saldo dat er geen samenwerkingsverbanden op achteruitgaan ten opzichte van de eerdere beschikking voor 2023. De minister schrijft in haar brief daar ook expliciet naar te streven, omdat ‘het juridisch kwetsbaar is een verlaging toe te passen die ervoor zorgt dat de definitieve beschikking lager uitvalt dan de voorlopige’.

Een deel van de indexatie wordt automatisch via DUO aangewend om de hogere ondersteuningsbekostiging van leerlingen in het sbo, so, lwoo, pro en vso te financieren, deze bedragen worden namelijk ook geïndexeerd.

Dit betekent dat de korting het Rijk per saldo € 19,9 miljoen oplevert. Dit geld moet binnen de lopende OCW-begroting worden herbesteed, anders vloeit het eind 2023 terug naar het ministerie van Financiën. In de Kamerbrief geeft de minister aan dit geld op vier manieren ingezet zal worden:

  • eenmalige verhoging in 2023 van het bedrag dat voor de subsidieregeling af- en ombouw residentiële jeugdhulp is bestemd (€ 12 miljoen),
  • extra ondersteuning voor scholen op het terrein van gesloten jeugdhulpinstellingen, als de continuïteit van de school is gevaar dreigt te komen (€ 3,5 miljoen),
  • het verzachten van de afbouw van de expertise- en garantiebekostiging in het (v)so (€ 1,9 miljoen),
  • ophoging in 2023 van het budget voor de subsidieregeling ‘begaafde leerlingen in po en vo 2023-2025’, onderdeel voltijds HB-voorzieningen (€ 2,5 miljoen).