Tweede regeling personele bekostiging 2021-2022

In deze nieuwe regeling zijn aanpassingen die gedurende het afgelopen schooljaar zijn doorgevoerd op het gebied van bekostiging en verantwoording met een meerjarig karkater verwerkt voor het volgende schooljaar. De verruiming van de bekostiging van vreemdelingen en asielzoekers is hierin de belangrijkste. Daarnaast zijn voor deze doelgroep naar aanleiding van het Nationaal Programma Onderwijs de voorwaarden voor bijzondere en aanvullende bekostiging verder verruimd voor peilmoment 1 mei 2021 in het schooljaar 2020–2021. Deze stap wordt nu ook gezet voor schooljaar 2021–2022. Verder wordt in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs het budget van samenwerkingsverbanden vo voor lichte en zware ondersteuning tijdelijk verhoogd. De reden hiervoor is dat het verblijf van leerlingen in het praktijkonderwijs (pro) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) langer is dan gebruikelijk, bijvoorbeeld doordat er geen stageplaatsen gevonden kon worden. Doordat leerlingen langer op het pro of vso verblijven, neemt de totale bekostiging voor ondersteuning vanuit het budget van samenwerkingsverbanden toe, terwijl het budget van samenwerkingsverbanden niet toeneemt. Hierdoor blijft er minder budget over voor bijvoorbeeld ondersteuning aan leerlingen op andere scholen in het vo. Met de tijdelijke ophoging van het budget van samenwerkingsverbanden wordt dit tegengegaan. Het extra budget voor samenwerkingsverbanden vo voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs wordt met een prijsverhoging geregeld in deze regeling. Het extra budget voor samenwerkingsverbanden vo voor leerlingen in het praktijkonderwijs wordt geregeld in de separate Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging uitvoering Nationaal Programma Onderwijs PO en VO, deze regeling wordt op een later moment gepubliceerd.

Ten opzichte van de definitief vastgestelde bedragen voor het schooljaar 2020–2021, komt de aanpassing van de bekostiging voor de leraren, het onderwijsondersteunend personeel, de schoolleiding en personeels- en arbeidsmarktbeleid op 0,727%. Het bedrag per leerling voor personeel en arbeidsmarktbeleid is verhoogd doordat een deel van de Prestatiebox-middelen aan de lumpsum is toegevoegd. Er is daarnaast ruim € 160 miljoen aan de lumpsum toegevoegd, door middel van een verhoging van het bedrag per leerling voor personeel en arbeidsmarkbeleid van € 110,10 per leerling. De middelen bestemd voor cultuureducatie blijven specifiek inzichtelijk en betreffen € 16,86 per leerling. Daarnaast is in schooljaar 2021–2022, net als in schooljaar 2020–2021, het bedrag per leerling voor personeel en arbeidsmarkt verhoogd in verband met het versneld inzetten van de werkdrukmiddelen. Het bedrag voor werkdruk in het basisonderwijs bedraagt € 258,67 per leerling, dit bedrag in het speciaal basisonderwijs bedraagt € 388,01 per leerling en het bedrag per leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs bedraagt € 517,34. Ook deze bedragen zijn onderdeel van het bedrag per leerling voor personeels- en arbeidsmarktbeleid.